This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
CENTRALE VRAAG
WAT
HOUDT DE SAMENLEVING BIJEEN?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
1) Gedeelde waarden en normen zorgen voor saamhorigheidsbesef: hoe worden deze overgedragen?
A
Door socialisatie
B
Door acculturatie
C
Door socialisatie en acculturatie
D
Door socialisatie, enculturatie en acculturatie
Slide 5 - Quiz
welke waarden delen we in NL?
Slide 6 - Mind map
2) Wederzijdse afhankelijkheid / "welbegrepen eigenbelang": Leg uit hoe het nastreven van eigenbelang toch kan zorgen voor bindingen in de samenleving.
Slide 7 - Open question
2) Wederzijdse afhankelijkheid /
"welbegrepen eigenbelang"
Mensen hebben eigen belangen en gezamenlijke belangen
Die belangen nastreven leidt tot eigen en gezamenlijke doelen
Gezamenlijke doelen nastreven => Samenwerking
Maar ook voor eigen doelen hebben mensen elkaar nodig; ze zijn van elkaar afhankelijk
Slide 8 - Slide
Vorige keer heb je getekend hoe jij afhankelijk bent van anderen. Leg uit hoe NL afhankelijk is van andere staten
Slide 9 - Open question
3) DWANG: noem een positieve en een negatieve manier van dwang
Slide 10 - Open question
3) Dwang door de overheid
Positief: gewelds- en belastingmonopolie
Negatief; vaak in dictatuur mbt gedrag, meningsuiting, verkiezingen....
Hoe en Waarom doet er toe
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wederzijdse afhankelijkheid
Dwang of macht
Gedeelde waarden en normen
Een leraar dreigt iedereen die zich niet gedraagt eruit te sturen
Om het klassenfeest mogelijk te maken, moet iedereen iets te eten meenemen.
De sportvereniging heeft vrijwilligers nodig om te blijven bestaan.
Iedereen in een fanclub luistert graag naar dezelfde muziek.
Als je in de fanclub naar andere muziek luistert, mag je niet meer meedoen.
Als alle leden van de fanclub met de trein naar het concert gaan, kan de fanclub korting krijgen.
Slide 13 - Drag question
Wanneer spreek je van binding in een samenleving?
mensen voelen zich met elkaar verbonden
voelen dat ze deel uitmaken van een groep
als mensen het gevoel hebben dat ze bij een groep mogen, willen en kunnen horen
mensen voelen dat ze erbij horen
mensen willen ook dat het goed gaat met de anderen in de groep (micro-, meso- en macroniveau)
Slide 14 - Slide
waarom gebruik je maizena?
Slide 15 - Slide
Noem een groep op micro-, meso- en macroniveau waar jij onderdeel van uitmaakt en waarmee je je verbonden voelt
Slide 16 - Open question
sociale cohesie
het aantal en de kwaliteit van de bindingen
die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben:
het gevoel een groep te zijn,
lid te zijn van een gemeenschap,
de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn, en
de mate waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Slide
Bedenk een actueel probleem op micro-, meso- of macroniveau waarbij er geen sprake is van sociale cohesie. En leg het verschijnsel uit mbv de definitie van sociale cohesie