pv en spelling

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

pv en spelling

Leerdoel:

Je kunt de pv vinden.

Je kunt de pv (ott en ovt) spellen.

Wat is de pv?
De man gaat naar huis.

Wat is de pv?
Hij loopt naar huis en eet een broodje.

Wat is de pv?
Hij is lang ziek geweest.

Wat is de pv?
Zij moet iets doen.

Hij belt mij op. Welke tijd?

1. ott
2. ovt
3. vtt

Hij wachtte bij de deur. Welke tijd?

1. ott
2. ovt
3. vtt

Hij .......... bij de deur.
Wat kun je invullen?

1. ott en ovt
2. alleen ott
3. ovt en vtt
4. ott en vtt

De mensen ............ naar de gemeente.
Moet je hier een pv invullen?

1. ja
2. nee
3. soms

Hij heeft mij ...................
Moet je hier een pv invullen?

1. ja
2. nee
3. soms

Kan de pv ook een voltooid deelwoord zijn?

1. ja
2. soms
3. nooit

Waar zie je de ovt?

1. De man was zich.
2. De man heeft zich gewassen.
3. De man waste zich.
4. De man wassen zich.

De man .............. uit het raam.
De man .............. gisteren uit het raam.
Wat kan je invullen?

1. kijkt, heeft gekeken
2. keek, kijkt
3. keek, gekeken
4. kijkt, keek

Wat kun je invullen?
Hij ............ het.
Hij ............. het gisteren.

1. beloofde, beloofd
2. beloofd, belooft
3. belooft, beloofd
4. belooft, beloofde

Maak de OTT
branden Het vuur _________ .

Maak de OVT
branden Het vuur _________ .

Maak de OTT
stellen De leerling _________ een vraag.

Maak de OVT
stellen De leerling _________ een vraag.

Maak de OTT
praten De mensen _________ .

Maak de OVT
praten De mensen _________ .

Opdracht

Oefenen met de pv? Ga naar jufmelis, zinsontleding, pv

Oefenen met de ovt? Ga naar jufmelis, werkwoordspelling, regelmatig, vt

Kun je de pv vinden?

😒🙁😐🙂😃

Kun je de pv in de ott en ovt maken?

😒🙁😐🙂😃