Les 15 17/01/24 ZM2B Herhaling voor de toets

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Wel op tafel:

Map

Pen

Feniksboeken

Telefoon in 't Zakkie

Welkom bij de Geschiedenisles ZM2B!

Niet op tafel:

Telefoon uit 't Zakkie

Laptop

Tas

Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

Kun je met vertrouwen naar de toets toewerken.

Programma deze les:

1. Lesdoelen
2. Open boek oefentoets 
3. Herhaling hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3

Paragraaf 2.1

• Koning Lodewijk XIV: absolute vorst
• Drie standen
• Belasting voor de Derde Stand
• Slechte oogsten
• ------> 14 juli 1789 bestorming Bastille

Paragraaf 2.2

• Na de bestorming van de Bastille: Derde Stand aan de macht
• Ze raken het vertrouwen kwijt door mislukte oorlog
• Er volgen twee jaren van Terreur (1792-1794)
• Robespierre is de leider van de Radicalen (en dus de Terreur)
• Uiteindelijk wordt hij ook onthoofd
• Fransen zijn teleurgesteld en klaar met de chaos
• -------> Napoleon grijpt de macht en wordt dicatator

Paragraaf 2.3

• Ondertussen in Nederland: patriotten ontevreden
• Stadhouder Willem V gedraagt zich als een koning
• Bataafse Revolutie leidt tot de Bataafse Republiek (1795-1806)
• Napoleon ontevreden met patriotten en stuurt zijn broer
• Lodewijk Napoleon is niet streng genoeg, maar wel populair
• Napoleon stuurt zijn broer naar huis --> NL provincie van FR
• Uiteindelijk wordt Napoleon verslagen en krijgt NL een koning

Paragraaf 2.4

• Slavernij op de plantages
• Mensen waren bezit van andere mensen 
• Het was lastig om in opstand te komen voor de tot-slaaf-gemaakten
• Mensen die tegen de slavernij streden heten abolitionisten

Paragraaf 2.5

• Tijdens de Verlichting werden nieuwe machines uitgevonden
• Door stoommachines gingen mensen in fabrieken werken
• Huisnijverheid werd vervangen door industrie
• Dit proces, in de 18e eeuw, heet de "industriële revolutie" 
• Stoommachines zorgden voor veel meer productie
• Maar hadden wel brandstof nodig, zoals steenkool, uit mijnen

Paragraaf 3.1

• Zoon van stadhouder Willem V kwam in 1813 aan op Scheveningen vanuit Engeland
• Hij werd in 1815 benoemd tot koning Willem I
• Zijn bijnaam was "koopman-koning", want hij deed veel voor de handel
• Hij richtte de NHM op en liet wegen, bruggen en sporen bouwen
• België was ontevreden en werd in 1830 onafhankelijk
• De opvolger van Willem I, koning Willem II, stond in 1848 een belangrijk deel van zijn macht af aan de liberalen via de nieuwe grondwet van Thorbecke

Paragraaf 3.2

• Door de industriële revolutie was er veel werk in de fabrieken
• Boeren en mensen die thuis werkten konden hier niet mee concurreren. 
• Zij verhuisden naar de stad om in de fabrieken te werken
• ---> Urbanisatie
• De stad groeide snel
• Er moesten nieuwe arbeiderswijken komen
• Daar waren de leefomstandigheden slecht en vies

Paragraaf 3.3

• Sommige mensen streden tegen de slechte woon- en werkomstandigheden in de industriesteden.
• Arbeiders verenigden zich in vakbonden en richtten de socialistische partij op
• Feministen streden voor de emancipatie van vrouwen
• Liberalen hadden politieke macht, maar van hen hoefde er niet veel te veranderen: zij leefden comfortabel

Paragraaf 3.4

• Toch begonnen de slechte omstandigheden ook gevoeld te worden door de liberalen
• Deze problemen samen heten de "sociale kwestie"
• De politiek probeerde deze op te lossen via sociale wetten, zoals het Kinderwetje van Van Houten (1874)
• Ook werd er ontdekt dat besmettelijke ziektes werden verspreid door slechte hygiëne. 
• Arbeiderswijken werden dus opgeknapt met riolering en bestrating