les 8: IJsselmeergebied en zuidwestelijke delta (1.6)

Deze les
  • Welke 2 oorzaken van verzilting zijn er in NL?
  • Hoe zorgt de herverdeling van rivierwater ervoor dat er minder verzilting is?
  • De werking van stuwen en sluizen.
laatste nieuwe uitleg voor TW2
test je begrip in lesson up
Weektaken helemaal bij?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze les
  • Welke 2 oorzaken van verzilting zijn er in NL?
  • Hoe zorgt de herverdeling van rivierwater ervoor dat er minder verzilting is?
  • De werking van stuwen en sluizen.
laatste nieuwe uitleg voor TW2
test je begrip in lesson up
Weektaken helemaal bij?

Slide 1 - Slide

2 oorzaken van verzilting.
De zeespiegel stijgt/bodem daalt. Hierdoor perst het zeewater zich in de monding van de rivieren. 
Bij weinig water in de rivier kan de zee behoorlijk ver naar binnen dringen.
Als er meer zoet water uit de grond verdwijnt (door grondwateronttrekking voor irrigatie/drinkwater) kan zout grondwater uit de diepte omhoog komen.

Slide 2 - Slide

Verzilting zuidwestelijke delta
Hoe groter de zoetwaterbel, 
hoe minder kans op verzilting.

Slide 3 - Slide

De Rijn en de Maas spelen een belangrijke rol in het aanvoeren van zoetwater naar Nederland. 

Samen met de rivier de IJssel voeden zij het hoofdwatersysteem dat het zoete water via sluizen, stuwen en gemalen verdeelt over de rest van ons land 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Zonder ingrijpen is dit hoe het rivierwater richting zee stroomt.

Probleem: 
Het noorden van NL krijgt te weinig zoet water.

Slide 7 - Slide

Stuwen houden water tegen waardoor er meer zoet water naar Noord-NL gaat.
Maar probleem: te weinig water naar zee.
Zeewater dringt monding rivier binnen.
Er ontstaat verzilting van de bodem.
!

Slide 8 - Slide

Stuwen houden water tegen waardoor er meer zoet water naar Noord-NL gaat.
Dammen houden zout water buiten en houden zoet water binnen.
Waardoor de Waal voller is en zout water kan terugdringen richting zee..

Slide 9 - Slide

De bodem in NL verzilt o.a. door bodemdaling.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Door bodemdaling zit er minder zoet water in de ondergrond waardoor zout grondwater uit de diepte omhoog komt.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Als het waterpeil in de rivier ...1... is kan er minder ...2... water de riviermonding binnen dringen.
A
1 = hoog 2 = zoet
B
1 = hoog 2 = zout
C
1 = laag 2 = zoet
D
1 = laag 2 = zout

Slide 12 - Quiz

Welk begrip wordt er omschreven?
'Het oppompen van grondwater waardoor de grondwaterstand daalt'

Slide 13 - Open question

...1.... zorgen ervoor dat boten langs een ....2..... de rivier op kunnen.
A
1 = sluizen 2 = stuwen
B
1 = stuwen 2 = sluizen

Slide 14 - Quiz

Van nature krijgt de IJssel te weinig water.
Wat heeft de mens in de Nederrijn gebouwd zodat de IJssel meer water krijgt?

Slide 15 - Open question

Stuwen zorgen voor voldoende zoet water in het Noorden van NL.

Vanuit welke dimensie is dit een voordeel?
A
economisch
B
cultureel
C
politiek
D
natuurlijk

Slide 16 - Quiz

Door stuwen te bouwen kunnen boten het hele jaar door zwaar beladen de rivier bevaren.

Vanuit welke dimensie is dit een voordeel?
A
economisch
B
cultureel
C
politiek
D
natuurlijk

Slide 17 - Quiz

Deze les
  • Welke 2 oorzaken van verzilting zijn er in NL?
  • Hoe zorgt de herverdeling van rivierwater ervoor dat er minder verzilting is?
  • De werking van stuwen en sluizen.

Slide 18 - Slide