W23 FA 1HM H5 les 10

Bienvenue 1H1
semaine 23
 le 2 jusqu'à 5 juin
chapitre 5
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Bienvenue 1H1
semaine 23
 le 2 jusqu'à 5 juin
chapitre 5

Slide 1 - Slide

La semaine dernière
Vorige week zijn jullie weer verder gegaan met chapitre 5. Jullie hebben gewerkt aan partie B & C : lire et phrases clés.

Bij de laatste opdracht, ex 15, moesten jullie iets opsturen naar je docent.

De antwoorden van de zinnen die jullie hebben vertaald in de vorige les staan op de volgende slides.

Slide 2 - Slide

Réviser -  les réponses
Tu habites où?
Waar woon je?

Opmerkingen:
  • In chapitre 1 hebben we deze zin geleerd. In chapitre 5 komt het woord weer terug

Slide 3 - Slide

Réviser -  les réponses
On a mangé une pizza au fromage.
We hebben een pizza met kaas gegeten.

Opmerkingen:
  • Even een stapje terug naar chapitre 2.

Slide 4 - Slide

Réviser -  les réponses
Mijn nicht praat met onze ouders.
Ma cousine parle avec nos parents.

Opmerkingen:
  • Nicht is een vrouwelijk woord, daarom mijn = ma
  • Ouders is meervoud, daarom onze = nos.
  • Het onderwerp van de zin 'mijn nicht' is 3de persoon enkelvoud (zij oftewel elle), vandaar de vorm parle.

Slide 5 - Slide

Réviser -  les réponses
Het is haar neef.
C'est son cousin.

Opmerkingen:
  • Let op: bij bezittelijk voornaamwoorden kijk je naar het woord waar het iets over zegt en niet naar de persoon.
  • Het zegt hier iets over neef. Neef is een mannelijk woord, dus haar  = son.

Slide 6 - Slide

Cette semaine
  • Vous faites une exercice du vocabulaire & phrases clés A et B. (Jullie maken een oefening over de vocabulaire & phrases clés A et B.)
  • Vous faites partie D: grammaire  & Francofolies. (Jullie maken partie D: grammaire & Francofolies.)

À la fin de cette semaine.....(aan het einde van deze week....)
kunnen jullie:
  • een verhaal schrijven over het afgelopen weekend.
weten jullie:
  • hoe je de passé composé maakt.

Slide 7 - Slide

Réviser
Op de volgende slides staan zinnen gemaakt van de vocabulaire & phrases clés A et B. Noteer de vertaling van de zinnen.

(En ja, er zit ook vocabulaire in van chapitre 1 t/m 3. Frans is een opbouwend vak: alles wat je in klas 1 in chapitre 1 leert, gebruik je ook nog in bijv. klas 3 chapitre 1. Dus als je chapitre 1 t/m 3 toen goed geleerd hebt, moet je dit kunnen.)

Slide 8 - Slide

Je voudrais nager dans la piscine.

Slide 9 - Open question

Elles aiment chanter et danser.

Slide 10 - Open question

Mijn verjaardag is 10 juni.

Slide 11 - Open question

We hebben gekletst.

Slide 12 - Open question

Expliquer 
Deze week gaat de grammaire over de v.t.t., oftewel le passé composé.
Ik heb gedanst.                         Hij heeft geluisterd.
Wij hebben gewoond.            Zij hebben bezocht.

De passé composé bestaat uit twee woorden. Je moet dan ook altijd twee woorden noteren:
  1. het hulpwerkwoord
  2. het voltooid deelwoord

Slide 13 - Slide

Expliquer 
Het hulpwerkwoord dat we gaan gebruiken is avoir. Het is dus heel belangrijk dat je dit werkwoord uit je hoofd kent.

Het voltooid deelwoord van werkwoorden -er (zoals regarder, danser, etc.) maak je als volgt:
je haalt de -er weg en noteert een
regarder  => regardé           apporter  => apporté
danser => dansé                   écouter => écouté

Slide 14 - Slide

Expliquer 
Voorbeelden:
zij heeft bezocht               = elle a visité 
jij hebt georganiseerd    = tu as organisé

Nog meer uitleg over de passé composé staat ook in je boek en vind je ook in je cahier d'activités en ligne.
Daar maak je ook de opdrachten van het huiswerk: ex 16 à 18 (à = tot en met).
Belangrijk: Bij een passé composé noteer je altijd twee woorden!

Slide 15 - Slide

Expliquer 
Deze week maak je ook een opdracht van Francofolies. Dit zijn opdrachten die je normaal in de klas ensemble (samen) maakt, maar we doen dat deze keer anders.

Je maakt de opdracht onderaan p. 27 van je cahier d'activités. Dit doe je alleen (en dus niet in een groepje zoals er staat). Op de volgende slide noteer je je antwoord: welke film en waarom?

Slide 16 - Slide

Francofolies (p.27 onderaan)
Welke film kies je en waarom?

Slide 17 - Open question

Les devoirs
Faire chapitre 5 ex 16 à 19 & Francofolies
Apprendre voc A  & B (p. 40 cahier d'activités B)


Vous faites les exercices dans votre cahier d'activités en ligne.
In je online werkboek kan ik goed je vooruitgang zien en bijhouden.

Slide 18 - Slide

Leertips vocabulaire 
  • Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
  • Begin met het doorlezen van de woordjes.
  • Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
  • Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
  • Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!

Slide 19 - Slide