Je wilt een bepaalde broek aan naar een feest, maar hij blijkt in de wasmand te liggen. Wat doe je?
1 / 24
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Je wilt een bepaalde broek aan naar een feest, maar hij blijkt in de wasmand te liggen. Wat doe je?
Slide 1 - Open question
Je band blijkt lek te zijn na school, je fiets moet mee naar huis want je hebt in de middag een sporttraining. Hoe pak je dat aan?
Slide 2 - Open question
Deze les
Leer je twee strrategieen om de hoofdgedachte op te lossen.
1) Leer je zelf de hoofdgedachte formuleren
2) Leer je antwoorden en tekst vergelijken
Bepaal je wat het beste bij jou past.
Slide 3 - Slide
Wat is een hoofdgedachte?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Antwoorden niet lezen!!!!!!
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
De hoofdgedachte formuleren
Je vindt de hoofdgedachte door eerst te bedenken wat het onderwerp van de tekst is. Het onderwerp formuleer je in één of enkele woorden (geen zin). Vervolgens zoek je op wat de belangrijkste boodschap van de schrijver over dat onderwerp is. De hoofdgedachte moet je in één zin kunnen opschrijven.
Slide 9 - Slide
Fase 2: lezen
Lees nu de tekst 'Lekker leerlingen lastigvallen' intensief en formuleer in duo's de hoofdgedachte.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Fase 3: bespreken
Bespreek de hoofdgedachte die je hebt geformuleerd met je tafelgenoot en probeer samen één goede zin te formuleren. Vul deze zin in bij de volgende slide.
Slide 13 - Slide
De hoofdgedachte van de tekst is:
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Docenten zouden
A
De grenzen van de te onderwijzen stof beter moeten aangeven.
B
Hun leerlingen veel vaker moeten confronteren met onzekerheden.
C
Vaker hun eigen deskundigheid tijdens de les in twijfel moeten trekken.
D
Zich minder moeten richten op de meningen van collega's op Facebook
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Vergelijken
Ik doe het voor
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Nu zelf
Beide leerlingen lezen de tekst
Een doet voor hoe hij/zij de antwoorden en de tekst vergelijkt
De ander elimineert de antwoorden
werk van boven naar beneden - Bij twijfel geef je dat aan