Spelling 1.8 les 1

Lezen in je leesboek

timer
5:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lezen in je leesboek

timer
5:00

Slide 1 - Slide

Mondelinge presentatie
Gijs

Slide 2 - Slide

Doelen:
Aan het einde van 1.8 kunnen jullie de persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen.
Aan het einde van 1.8 kunnen jullie leestekens goed gebruiken in zinnen.
Aan het einde van 1.8 kunnen jullie een zakelijke email schrijven.

Slide 3 - Slide

Doel les 1
Aan het einde van deze les kunnen jullie de persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen.
Het gebruik van leestekens op de juiste manier.

Slide 4 - Slide

Stagebrief
Ik heb uw advertentie voor een stagebaan gelezen. U bied een stagebaan aan die mij erg interessant lijkt. Ik voldoe volledig aan de eisen die u steld. In de zomervakantie heb ik mijn Nederlands bijgespijkerd en ik heb gevraagd of mijn leraar de belangrijkste punten nog even wil herhalen.
(blz. 78, tekst 2)

Slide 5 - Slide

Welke twee fouten staan er in het fragment?

Slide 6 - Open question

Geef de verbeterde vormen van deze twee fouten?

Slide 7 - Open question

Leestekens
Tekst met goed gebruikte leestekens, leest vlot en makkelijk.
Tekst zonder goed gebruikte leestekens, leest moeizaam.
Eind van de zin: punt, uitroepteken, vraagteken
Na dubbele punt: voorbeeld, uitleg, opsomming, citaat
Aanhalingstekens: in citaten/iets op een andere manier te lezen
Komma: tussen twee gezegdes, opsomming, twee bn, bij woordjes als toch, ja, hoor, oké

Slide 8 - Slide

Na een Dubbele punt volgt een:


1. opsomming  Bv; De training begint altijd zo: inlopen, rekken....
2. uitleg/voorbeeld Bv; Je kunt kiezen: je doet mee of je krijgt ruzie.
3. gedachte Bv; Terwijl ik wegliep, dacht ik: hoe kan dit ooit nog goedkomen?
4. citaat Bv; De man zei: 'Groen hangen is de toekomst!'


Slide 9 - Slide

Aanhalingstekens
  • Als je een gesprek opschrijft zoals het gezegd wordt.
  • BV: De coach zei:'We gaan een nieuwe tactiek toepassen in   de wedstrijd.'
  • Als je een stukje uit een tekst letterlijk overneemt. (citeren)
  • BV: De uitspraak 'Meedoen is belangrijker dan winnen' hoort   bij de   Olympische Spelen.
  • Als je een woord speciale aandacht wil geven.
  • BV: Hoe spel je 'coach' eigenlijk?

Slide 10 - Slide

Komma
1. Bij een opsomming
BV: Meng de komkommer met de sla, de tomaten en de uitjes.
2. Als je iemand aanspreekt.
BV: Kyan, kun jij mij jouw boek aangeven?
3. Tussen twee persoonsvormen.
BV: Als je klaar bent, mag je gaan oefenen.
4. Voor voegwoorden zoals want, maar, omdat...
BV: Het gerecht was heerlijk, want ik had het gemaakt.

Slide 11 - Slide

Aan de slag.
Blz. 78
Opdracht 3, 4, 5, 6

Slide 12 - Slide