13.1 - Bloed

Th 12 Transport en afweer
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Th 12 Transport en afweer

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
    Lesopbouw
  1. Terugblik 3.5    2 min
  2. Lesdoelen.       1 min
  3. Instructie          10 min  
  4. Aan de slag       25 min
  5. Leerdoelcheck 2 min
  6. Afsluiting           2 min

Slide 2 - Slide

Leerdoel
BB/KB/ TL: Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functie

Slide 3 - Slide


Bloed
Bs 13.1

Slide 4 - Slide

Samenstelling bloed

Slide 5 - Slide

Samenstelling
  • Bloedcellen:
    - Rode bloedcellen
    - Witte bloedcellen
    - Bloedplaatjes
  • Bloedplasma 
    - Plasma-eiwitten
    - Water
    - Opgeloste stoffen  (voedingsstoffen en afvalstoffen)
Samenstelling
fibrinogeen
zoals: glucose, mineralen, vitaminen en verteringsproducten van koolhydraten, eiwitten en vetten
die bij de verbranding vrijkomen ,hormonen, enzymen, antstoffen en beetje zuurstof.

Slide 6 - Slide

Bloedplasma
Waterige deel van bloed met plasma-eiwitten en andere opgeloste stoffen
91% water, 7% plasma eiwitten
Fibrinogeen = plasma eiwit > bloedstolling
Antistoffen = eiwitten die je lichaam beschermen tegen infecties
Bloedserum = bloedplasma zonder fibrinogeen

Slide 7 - Slide

Bloedcellen
  • Rode bloedcellen - vervoeren zuurstof
  • Witte bloedcellen - belangrijk bij de afweer
  • Bloedplaatjes - bloedstolling 

Slide 8 - Slide

Rode bloedcellen
Functie:  vervoert zuurstof!
Let op: geen KERN
- Ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg in koppen van pijpbeenderen en in platte beenderen.
- Lichaam kan extra rode bloedcellen aanmaken, b.v. in hooggelegen gebieden

Slide 9 - Slide

Hemoglobine
Rode bloedcellen bevatten het eiwit hemoglobine waardoor ze makkelijk zuurstof opnemen en afgeven.
- Zorgt voor de rode kleur van de bloedcel
- Bevat ijzer (rode beenmerg heeft ijzerzouten nodig om hemoglobine aan te maken)
- Tekort aan ijzerzouten = bloedarmoede = tekort aan rode bloedcellen en onvoldoende vervoer van O2 = continu moe voelen
Dode rode bloedcellen worden afgebroken in het rode beenmerg, in de milt en in de lever > daarbij komt ijzer vrij --> aanmaak nieuwe hemoglobine voor nieuwe rode bloedcellen

Slide 10 - Slide

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers
  • ENIGE BLOEDCEL MET EEN KERN !!
  • geen vaste vorm = door kleine openingen van de kleinste bloedvaten

Slide 11 - Slide

Witte bloedcellen
3 typen bloedcellen:
1 - ruimen dode celresten op 
2 - bestrijden ziekteverwekkers door antistoffen te maken
3 - bestrijden bacteriën (vreetcellen)

Bacteriën worden door witte bloedcellen ingesloten en gaan dood, de witte bloedcel gaat hierbij ook vaak dood. 
Etter/ pus uit een wond bestaat uit dode witte bloedcellen en gedode bacteriën, vaak ook nog levende bacteriën

Slide 12 - Slide

Witte bloedcellen

Leukemie
Vorm van kanker dat ontstaat in het beenmerg: grote hoeveelheden onrijpe witte bloedcellen worden gevormd. Witte bloedcellen werken niet goed = niet goed beschermd tegen infecties.
Door zo veel witte bloedcellen worden er minder rode bloedcellen en bloedplaatjes gevormd.

Slide 13 - Slide

Bloedplaatjes
Functie: 
Zorgt voor bloedstolling buiten de bloedvaten
- delen van cellen
- geen celkern, maar ontstaan doordat cellen uiteenvallen
Bloedstolling binnen het bloedvat terwijl er geen beschadig is. Dit heet trombose en is gevaarlijk!

Tekst

Slide 14 - Slide

bloedstolling
Bloedstolling
KB/TL

Slide 15 - Slide

Hoe geneest een wondje?
Bloedplaatjes zorgen voor bloedstolling

Slide 16 - Slide

Bloedstolling

Slide 17 - Slide

Bloedstolling
  • Wond...
  • Bloedstolling: kleverig propje van
    bloedplaatjes
  • De stof Fibrinogeen
    (uit bloedplasma) 
    wordt omgezet in fibrine
  • Fibrine vormt netwerk van draden
    op de wond !

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

Witte bloedcellen

Leukemie
1. Waaruit bestaat bloed. 
2. Waaruit bestaat bloedplasma
3. Hoe wordt O2 getransporteerd door de rode bloedcel. 
4. Welke bloedcel bevat geen celkern

Slide 20 - Slide

0

Slide 21 - Video

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 22 - Quiz

Benoem de bloedcellen

Slide 23 - Slide

Er zijn mensen die extra vitaminen slikken om een betere afweer tegen ziekteverwekkers te krijgen. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met afweer?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 24 - Quiz

Aan d slag: Lezen en maken
Opdr. 1 t/ 8. opdr.4 niet
4TL: Blz 98 
4KB: blz 96 
4BB: blz 98 

Slide 25 - Slide