Leenwoorden en vage woorden

Leenwoorden en vage woorden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Leenwoorden en vage woorden

Slide 1 - Slide

Wat zijn leenwoorden?
  • andere taal
  • oorspronkelijke taal vergeten 
  • wetenschap, maatschappij en cultuur uit Grieks en Latijns 
  • voor- en achtervoegsels uit het Grieks en Latijns

Slide 2 - Slide

Waarom worden leenwoorden gebruikt? + herkennen
  • goede toevoeging 
  • gat vullen 
  • gevoel 
  • geen vertaling 
  • spelling 
  • klank

Slide 3 - Slide

Wat zijn vage woorden? + voorbeelden
  • onduidelijk 
  • later, soms, misschien enzo... 
  • voordelen en nadelen
  • verstoppen

Slide 4 - Slide

Wat is er zo slecht aan? + oplossing
  • vaag  
  • niet overtuigend 
  • soms verkeerd idee 
  • vervangen 
  • preciezer

Slide 5 - Slide

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 6 - Quiz

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 7 - Quiz

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 8 - Quiz

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 9 - Quiz

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 10 - Quiz

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 11 - Quiz

Uit welke taal komt dit woord?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Geen

Slide 12 - Quiz

Is deze zin vaag?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Is deze zin vaag?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Is deze zin vaag?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Welke zin is preciezer?
A
Het was een behoorlijk moeilijke toets.
B
Het was een moeilijke toets.

Slide 16 - Quiz

Waar zorgen vage woorden voor?
A
onleesbare teksten
B
onduidelijkheid
C
je kan de woorden niet goed zien/lezen
D
onovertuigend

Slide 17 - Quiz

Zijn er nog vragen?

Slide 18 - Open question

Vaag taalgebruik in je tekst voorkomen?
scribbr.nl → knowledge base → academische stijl → taalgebruik: vaag taalgebruik voorkomen

Slide 19 - Slide