Herhalen woordsoorten

woordsoorten.
Herhalen; lw,zn,ww, bn,vz.
vragend -en aanwijzend voornaamwoord.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

woordsoorten.
Herhalen; lw,zn,ww, bn,vz.
vragend -en aanwijzend voornaamwoord.

Slide 1 - Slide

Doelen:
  • Aan het eind van deze les weet ik weer wat een ZN, LW, BN, HWW, ZWW en VZ is.
  • Aan het eind van de les kan ik deze woordsoorten in een zin vinden. 

Slide 2 - Slide

Neem blz. 22 t/m 24 eens goed door!

Slide 3 - Slide

Een kleine test!

Slide 4 - Slide

In welk antwoord staat een lidwoord
A
Die
B
dat
C
het
D
mijn

Slide 5 - Quiz

Welke woorden zijn werkwoorden?
A
boek, schrift, vakantie
B
huilen, dansen, spelen
C
bouwvakker, lasser, timmerman
D
grote, kleine, lange, dikke

Slide 6 - Quiz

Hoeveel werkwoorden staan er in onderstaande zin?
Ik heb gisteren de hele dag kunnen oefenen voor de toets.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan er in deze zin?

Jan en Sjors hebben een mooi feest gegeven.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Het GROENE bankje staat op het gras.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Hoeveel zelfstandige naamwoorden?
Het boek ligt in de boekenkast op de eerste verdieping.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Ik HEB gisteren heerlijk geslapen!
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
hulpwerkwoord
D
voorzetsel

Slide 11 - Quiz

De pen zit IN de tas.
A
aanwijzend voornaamwoord
B
werkwoord
C
voorzetsel
D
lidwoord

Slide 12 - Quiz