zth 4 B Taalverzorging Formuleren als/dan

zth 4 B

Taalverzorging Formuleren als/dan
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

zth 4 B

Taalverzorging Formuleren als/dan

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les:
Je weet hoe je de trappen van vergelijking kunt gebruiken in combinatie met als en dan

Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord
We hebben een plezierige en nuttige les met elkaar

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Trappen van vergelijking: als of dan

Slide 5 - Slide

Geef je een verschil aan?
Ik ben groter dan jij.
Pizza is lekkerder 
dan spruitjes.

Slide 6 - Slide

Vergelijking met zo of even

Chocola is net zo lekker
  als drop.
Ik ben even groot als mijn opa.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Ik ben slimmer ..... jij.
A
als
B
dan

Slide 9 - Quiz

Ik ben even slim ..... jij.
A
als
B
dan

Slide 10 - Quiz

Maak zelf een vergelijking met als.

Slide 11 - Open question

Maak zelf een vergelijking met dan.

Slide 12 - Open question

Zelf aan de slag
Maak opdracht de startopdracht, 1 en 2 blz. 164

timer
10:00

Slide 13 - Slide

herhaling!

Slide 14 - Slide

Verbeter de zin:
Ik melde me een tijtje geleden aan.

Slide 15 - Open question

Verbeter de zin:
in deze motivatie brief lig ik uw uit waarom dit bij me pas.

Slide 16 - Open question

Ik lag het sgema uit aan u collegaas.

Slide 17 - Open question

Maak een samengestelde zin:
Ik ging op reis naar Egypte. Ik kocht daar een waterpijp.

Slide 18 - Open question

Maak een samengestelde zin:
Log in bij LessonUp. Je kunt de lessen gebruiken om de toets te leren.

Slide 19 - Open question

Wat is een voegwoord?
A
werken
B
op
C
want
D
voor

Slide 20 - Quiz

Maak een samengestelde zin met het voegwoord want.

Slide 21 - Open question

Ik ben vandaag te laat doordat mijn wekker zich verslapen had.

Maak van deze samengestelde zin twee losse zinnen.

Slide 22 - Open question

Een voegwoord kan niet vooraan in de zin staan.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Maak een zin met een voegwoord vooraan.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 27 - Open question

Wat voor les kan ik de volgende keer verzorgen?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Doelen van deze les:
Je weet hoe je de trappen van vergelijking kunt gebruiken in combinatie met als en dan
Je hebt geoefend met de leerstof uit hoofdstuk 2 voor de toets
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord
We hebben een plezierige en nuttige les met elkaar

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide