This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Pak je spullen!
schrift
rekenmachine
boek
pen
Slide 1 - Slide
Afspraken
Spullen niet bij je = halen + briefje + ik zet het in Magister
Niet aan de slag = wegwezen
Opgaven niet af = nablijven
Alles klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen
We gaan niet eerder weg
Slide 2 - Slide
Vandaag gaan jullie...
Een paar dingen herhalen van vorige week
Alles leren over de vraag en aanbod naar arbeid
En:
6 opgaven maken, die we bespreken
Oefenen met rekenen met percentages, die je moet inleveren
Slide 3 - Slide
4 vraagjes over vorige week
Wat is WIA ook alweer?
Wat is WW ook alweer?
Wanneer heb je daar recht op?
Wat is arbeidsparticipatie?
Slide 4 - Slide
Vrijwilligerswerk en CAO
Lees "Vier tips om je eerste baan te vinden" op pag. 114
Onderstreep de moeilijk woorden
Doe dit in stilte, voor jezelf
Wat is: perspectief?
en: sociale vaardigheden?
en wat is: je netwerk?
wat hebben jullie nog meer onderstreept?
Slide 5 - Slide
Filmpje
Bekijk het filmpje en schrijf de moeilijke woorden op.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Filmpje
Hoe ontstaat een tekort op de arbeidsmarkt?
Slide 8 - Slide
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid.
Slide 9 - Slide
Beroepsbevolking
Lees het blauwe blok op pagina 114
Maak opdracht 2 op pag. 115
We bespreken het over 5 minuten
timer
5:00
Slide 10 - Slide
4 vraagjes over vorige week
Wat is WIA ook alweer?
Wat is WW ook alweer?
Wanneer heb je daar recht op?
Wat is arbeidsparticipatie?
Slide 11 - Slide
Werken voor je geld
Maak in je boek of op een blaadje: opgave 4-6 op pag 116
Opgaven klaar? Of een vraag, kom naar mij toe
Helemaal klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen
Als de tijd om is, bespreken we de opgaven
timer
15:00
Slide 12 - Slide
Werken voor je geld
Maak in je boek of op een blaadje: opgave 4-6 op pag 116
Opgaven klaar? Of een vraag, kom naar mij toe
Helemaal klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen
Als de tijd om is, bespreken we de opgaven
timer
15:00
Slide 13 - Slide
Arbeidsjaren (=FTE)
1 arbeidsjaar = 1 iemand die fulltime werkt
Fulltime = vaak 36 of 40 uur
1 arbeidsjaar = 1 iemand die fulltime werken bij een bedrijf
1 arbeidsjaar = 2 mensen werken bijvoorbeeld de helft van fulltime
Slide 14 - Slide
Aantal arbeidsjaren berekenen
In bedrijf A werken werken 10 medewerkers met een voltijdbaan van 36 uur. 4 medewerkers werken 32 uur er week en 4 andere medewerkers werken 24 uur per week. Bereken het aantal arbeidsjaren in dit bedrijf
10 x 36 uur = 360
4 x 32 uur = 128
4 x 24 uur = 96
360 + 128 + 96 = 584
1 arbeidsjaar = 36 uur (in dit bedrijf)
584 : 36 = 16,22 arbeidjaren
Slide 15 - Slide
Samen oefenen
In een bedrijf werken werken 5 medewerkers met een voltijdbaan van 38 uur.
3 medewerkers werken 30 uur er week en 4 andere medewerkers werken 22 uur per week.