This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Rekenen met procenten
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Rekenen met procenten
Van procenten naar euro’s rekenen
Van euro’s naar procenten rekenen
Berekenen hoeveel procent iets is gestegen of is gedaald
Berekenen hoeveel procent iets hoger of lager is
Slide 2 - Slide
Van procenten naar euro’s rekenen
Je rekent uit hoeveel euro een bepaald percentage is van een getal.
Dus je krijgt bijvoorbeeld de vraag:
Jack verkoopt vis voor €1,20. Hij wil de prijs van zijn vis met 15% verhogen. Met hoeveel euro wordt de vis duurder
Formule: Bedrag: 100 x percentage
Slide 3 - Slide
Van procenten naar euro’s rekenen
Formule: Bedrag: 100 x percentage
Jack verkoopt vis voor 1,20. Hij wil de prijs van zijn vis met 15% verhogen. Met hoeveel euro wordt de vis duurder.
De bovenstaande voorbeeld vraag reken je op deze manier uit:
€1,20 : 100 x 15%= €0,18
Dus de prijs van de vis gaat met €0,18 omhoog, want €0,18 is 15% van €1,20
Slide 4 - Slide
Je hebt 20 zakken snoep gekocht. Na 3 weken heb je 70% van al die zakken snoep opgegeten. Hoeveel zakken snoep het je opgegeten?
Slide 5 - Open question
Je koopt de nieuwste Call of Duty. Call of Duty kost normaal 60,00 euro. Je kreeg alleen 5% korting. Hoeveel euro korting kreeg je? (rond je antwoord af met 2 cijfers achter komma en zet voor je antwoord een € teken)
Slide 6 - Open question
Bereken hoeveel procent iets meer of minder is geworden
Je rekent uit met hoeveel procent iets duurder is geworden, maar let op er staat nog niet bij met hoeveel euro iets is gestegen of gedaald.
Formule=(Nieuw - oud) : oudx 100
Je krijgt bijvoorbeeld de volgende vraag:
In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?
Slide 7 - Slide
In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?
Slide 8 - Open question
Berekenen hoeveel procent iets meer of minder is geworden
Formule=(Nieuw - oud) : oudx 100
In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?
De bovenstaande voorbeeld vraag reken je op deze manier uit:
€1,64 - €1,60= €0,04
€0,04 : €1,60 x100 = 2,5%
De benzineprijs is dus in een jaar tijd met 2,5% gestegen. Dit is het geval, want de benzine werd €0,04 duurder en €0,04 is 2,5% van €1,60.
Slide 9 - Slide
Berekenen hoeveel procent iets meer of minder is geworden
Soms moet je uitrekenen hoeveel procent iets meer of minder is, zonder dat je de formule: (nieuw- oud): oud x 100 kunt gebruiken.
Dit gebeurt wanneer je de bijvoorbeeld elkaars salaris vergelijkt en wil uitrekenen hoeveel procent Martin meer verdient dan Lambert.
Je gebruikt dan de formule: (Hoog getal - laag getal) : getal wat na dan komt x 100
Letop staat dan niet in de zin dan moet je deze er bij bedenken.
Voorbeeldvraag:
Martin verdient per maand €3.200. Lambert verdient €2.425 euro. Hoeveel procent verdient Martin meer dan Lambert?
€3.200 - €2.425= €775,00
€775,00 : €2425,00 x 100=32%
Slide 10 - Slide
Van euro’s naar procenten rekenen
Je rekent uit hoeveel procent een bedrag tegenover een ander bedrag is.
Dus je krijgt bijvoorbeeld de vraag:
Je hebt samen met een vriend 40,00 euro verdient door bessen te plukken. Jij hebt 15 euro gekregen en je vriend kreeg de rest. Hoeveel procent van de 40 euro heb jij gekregen?
Formule: Deel : geheel x 100
Slide 11 - Slide
Je hebt samen met een vriend €40,00 verdient door bessen te plukken. Jij hebt €15 gekregen en je vriend kreeg de rest. Hoeveel procent van de €40 heb jij gekregen? (rond af met 1 cijfer achter de komma)
Slide 12 - Open question
Uitwerking voorbeeldvraag
Je hebt samen met een vriend 40,00 euro verdient door bessen te plukken. Jij hebt 15 euro gekregen en je vriend kreeg de rest. Hoeveel procent van de 40 euro heb jij gekregen?
Formule: Deel : geheel x 100
€15,00 : €40,00 x 100= 37,5%
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Opdracht
Maak de omcirkelde opgaven die je van de docent krijgt op een opgavenblad.