This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Rekenen met procenten
Van procenten naar euro’s rekenen
Van euro’s naar procenten rekenen
Slide 2 - Slide
Van procenten naar euro’s rekenen
Je rekent uit met hoeveel euro iets is gestegen
Dus je krijgt bijvoorbeeld de vraag:
Jack verkoopt vis voor 1,20. Hij wil de prijs van zijn vis met 15% verhogen. Met hoeveel euro wordt de vis duurder
Slide 3 - Slide
Je hebt 20 zakken snoep gekocht. Na 3 weken heb je 70% van al die zakken snoep opgegeten. Hoeveel zakken snoep het je opgegeten?
Slide 4 - Open question
Van procenten naar euro’s rekenen
Formule= Bedrag : 100 x 15%=
Jack verkoopt vis voor 1,20. Hij wil de prijs van zijn vis met 15% verhogen. Met hoeveel euro wordt de vis duurder.
De bovenstaande voorbeeld vraag reken je op deze manier uit:
€1,20 : 100 x 15%= €0,18
Dus de prijs van de vis gaat met €0,18 omhoog, want €0,18 is 15% van €1,20
Slide 5 - Slide
Je koopt de nieuwste Call of Duty. Call of Duty kost normaal 60,00 euro. Je kreeg alleen 5% korting. Hoeveel euro korting kreeg je? (rond je antwoord af met 2 cijfers achter komma en zet voor je antwoord een € teken)
Slide 6 - Open question
Berekenen hoeveel procent iets meer of minder is geworden
Je rekent uit met hoeveel procent iets duurder is geworden, maar let op er staat nog niet bij met hoeveel euro iets is gestegen of gedaald.
Je krijgt bijvoorbeeld de volgende vraag:
In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?
Slide 7 - Slide
Van euro’s naar procenten rekenen
Je rekent uit hoeveel procent een bedrag tegenover een ander bedrag is.
Dus je krijgt bijvoorbeeld de vraag:
Merlijn verkoopt auto’s. Merlijn besluit zijn nieuwste auto’s €800,00 duurder te maken. Voor de prijsstijging verkocht hij zijn auto’s voor €24.800,00. Met hoeveel procent zijn de auto’s van Merlijn duurder geworden.
Slide 8 - Slide
Je hebt samen met een vriend 40,00 euro verdient door bessen te plukken. Jij hebt 15 euro gekregen en je vriend kreeg de rest. Hoeveel procent van de 40 euro heb jij gekregen? (rond af met 1 cijfer achter de komma)
Slide 9 - Open question
In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?
Slide 10 - Open question
Berekenen hoeveel procent iets meer of minder is geworden
Formule=(Nieuw - oud) : oudx 100
In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?
De bovenstaande voorbeeld vraag reken je op deze manier uit:
€1,64 - €1,60= €0,04
€0,04 : €1,60 x100 = 2,5%
De benzineprijs is dus in een jaar tijd met 2,5% gestegen. Dit is het geval, want de benzine werd €0,4 duurder en €0,04 is 2,5% van €1,60.