#211 taalverzorging periode 2 H2 les 1

Socialiseren 
timer
5:00
Je hebt nodig:
*leesboek
*lesboek
*laptop
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Socialiseren 
timer
5:00
Je hebt nodig:
*leesboek
*lesboek
*laptop

Slide 1 - Slide

Startopdracht
timer
8:00
LEESLIJST

Slide 2 - Slide

Lesopbouw
*Taalverzorging #221 Hoofdstuk 2 Nieuw Nederlands
*Terugblik vorige les
*Nieuw uitleg
*Zelfstandig werken
*Evaluatie

Slide 3 - Slide

Lesdoel:
Je leert samengestelde zinnen maken.


Slide 4 - Slide

Terugblik: werkwoord
De woorden van een taal kun je indelen in woordsoorten.
Deze heb je al geleerd:
Werkwoorden (ww): zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.
In iedere zin staat minimaal 1 werkwoord.
Een werkwoord heeft verschillende vormen.
Bijvoorbeeld: gaan, ga, gaat, ging, gegaan

Slide 5 - Slide

Terugblik : lidwoord
Lidwoorden (lw): de, het, een.

Slide 6 - Slide

Terugblik: (zn) 
zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord (zn): is een woord voor een mens, dier, plant of ding: 
buurman, kat, boekenkast, fiets, hond, pen

Een naam is ook een zelfstandig naamwoord.
Jan, Utrecht



Slide 7 - Slide

Terugblik: (bn)
bijvoeglijke naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord (bn): vertelt iets over een zelfstandig naamwoord.
mooie, lieve, jonge, grote 
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt waarvan iets gemaakt is.
houten, zilveren



Slide 8 - Slide

Terugblik: (vz)
voorzetsel

Voorzetsel (vz): is een kort woord wat vaak een plaats of tijd aangeeft, zoals op, na, naast, tussen, boven.

Slide 9 - Slide

UITLEG: samengestelde zinnen maken
Hij gaat zwemmen.
De zon schijnt.

Hij gaat zwemmen, want de zon schijnt.
want = voegwoord

Slide 10 - Slide

Uitleg fragment:
NIEUW NEDERLANDS H2 TAALVERZORGING
SAMENGESTELD ZINNEN MAKEN

Slide 11 - Slide

UITLEG: samengestelde zinnen maken
*Je kunt een tekst schrijven met korte zinnen.
*Je kunt ook samengestelde zinnen gebruiken.
*Je plakt ze aan elkaar met een voegwoord: want, omdat, zodat, en, dus, maar, nadat, terwijl.
*Je let op de woordvolgorde in de zin.


Slide 12 - Slide

Vragen ?

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken: ZS
Je werkt in som/leermiddelen/ nederlands/
h2/ taalverzorging/ woordsoorten

Maken: opdracht 4, 5 en 9 (huiswerk)

h2/ taalverzorging/ samengestelde zinnen maken
Maken: opdracht 1 en 2

timer
20:00

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Vandaag huiswerk
Woordsoorten, opdracht 1 t/m 3

Slide 15 - Slide

Wat heb je geleerd vandaag?
Hoe vond je de les?

Slide 16 - Slide