osba week 5

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Vandaag

Theorie uit A4:

de drie L's 

organisatievormen

praatje, plaatje, daadje 

theorie les voorbereiden

les voorbereidingsformulier maken en inleveren

samenwerkingspelen spelen 

Theorie de drie L's 

Drie belangrijk elementen in een les

Lukt de activiteit?

 lukt de opdracht die je hebt gegeven? te moeilijk of makkelijk? 

Loopt de activiteit?

  de rij leerlingen blijft niet staan zoals het zou moeten, de leerlingen begrijpen de opdracht niet, de groep is te groot voor de opdracht

Leeft de activiteit?

is de activiteit leuk? Vinden de leerlingen de activiteit leuk? Kun je zien aan de leerlingen of ze plezier hebben in de opdracht? Kortom: leeft de activiteit?

Alle leerlingen hebben een glimlach op hun gezicht

1. lukt 't
2. loopt 't
3. leeft 't

Alle leerlingen kunnen aan het einde van een les een salto maken

1. lukt't
2. leeft't
3. loopt't

De leerlingen staan de hele tijd met elkaar te klieren

1. lukt't
2. leeft 't
3. loopt't

De drie 3 L’s hebben veel met elkaar te maken. Als een activiteit niet loopt, lukt het vaak ook niet en als een activiteit niet leeft, is het bijna altijd zo dat de activiteit niet loopt.

Theorie: Organisatievormen

twee soorten:

Een klassikale les is een les waarbij alle leerlingen met dezelfde opdracht bezig zijn op hetzelfde moment.

Een meergroepenles. Verschillende groepen voeren diverse activiteiten uit. Vaak worden deze groepjes na een aantal minuten ‘doorgedraaid’.

Geef een voorbeeld van een activiteit voor een klassikale les

Geef drie voorbeelden van activiteiten voor een meergroepenles

Theorie Praatje, Plaatje, Daadje 

 Praatje: Elke activiteit begint met een (korte) uitleg van de docent. 

Plaatje: Tijdens je voorbeeld benoem je belangrijke punten uit je praatje waar de leerlingen extra op moeten letten. (evt. doet leerling voorbeeld voor) 

Daadje: docent en leerlingen gaan aan de slag. Docent kijkt of leerling de opdracht goed begrepen heeft.  

Aan de slag

Maak de opdrachten praktijkkaart A 4 vraag 18 t/m 31 

Noem 2 voordelen van
een warming-up

Waardoor komt er meer zuurstof bij de spieren door een warming up?