Leukemie en lymfomen

Leukemie en lymfomen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leukemie en lymfomen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar ik aan denk
bij leukemie is...

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

In welke soort cellen zit de kanker bij leukemie?
A
Botcellen
B
Bloedcellen
C
Levercellen
D
Miltcellen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Waar in het lichaam ontstaat leukemie?
A
Lymfeklieren
B
Schildklier
C
Bijnieren
D
Beenmerg

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor ontstaan er anemie en trombocytopenie bij leukemie?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Hoe noemen we de stamcellen in het beenmerg waaruit erythrocyten, trombocyten en bepaalde soorten leukocyten ontstaan?
A
Primaire stamcellen
B
Autologe stamcellen
C
Lymfoïde stamcellen
D
Myeloïde stamcellen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen de acute leukemieën (ALL, AML) en de chronische leukemieën (CLL, CML)?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat is er bijzonder aan ALL, in vergelijking met de andere drie vormen?
A
ALL komt het vaakst voor bij kinderen.
B
ALL is (bijna altijd) ongeneeslijk.
C
ALL komt veel vaker voor bij vrouwen.
D
ALL is bijna altijd te genezen.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welk type bloedcellen is betrokken bij lymfomen?
A
Erythrocyt
B
Trombocyt
C
Lymfocyt
D
Reticulocyt

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

(Eerste) symptomen
bij lymfoom

Slide 12 - Mind map

-zwellen van 1 of meer lymfeklieren in de hals, oksel of lies
-koorts
-gewichtsverlies
-geen zin om te eten
-vermoeid zijn
-transpiratie, vooral in de nacht
-jeuk over het hele lichaam
-soms doet de zieke lymfeklier pijn als u alcohol drinkt
Bij welk type lymfoom ontstaan grote, afwijkende B-cellen (Reed-Sternbergcellen)
A
Myeloïde lymfoom
B
Hodgkin lymfoom
C
Autoloog lymfoom
D
Peritoneaal lymfoom

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Op welke leeftijd komt het Hodgkin lymfoom het vaakst voor.
A
0-15 jaar
B
15-35 jaar
C
35-50 jaar
D
70-90 jaar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vragen/ opmerkingen?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions