2.2 - A - Het leven in een Griekse stadstaat


2.2 - Het leven in een
Griekse stadstaat
1 / 10
next
Slide 1: Slide
E.vandendop@noordik.nlMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


2.2 - Het leven in een
Griekse stadstaat

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie en in een aristocratie. 

  • Je kunt kenmerken benoemen van het bestuur van een tiran. 

Slide 2 - Slide

Planning
  • Monarchie
  • Aristocratie
  • Tirannie
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide


Politiek

  • In de agora werd veel gesproken over politiek: de manier waarop de stadstaat werd bestuurd.
  • Het woord politiek is dan ook afgeleid van het woordje polis. 
  • De stadstaten waren politiek onafhankelijk van elkaar en namen de beslissingen over hun bestuur zelf.  
Leerdoel 1

Slide 4 - Slide

Monarchie
  • Athene werd ooit bestuurd door een koning: koning Kodros. 

  • Je noemt dat een monarchie: het volk wordt bestuurd door een erfelijke koning.

  • De koning wordt bijgestaan door een raad ouderlingen. 

  • Maar er ontstaat verzet tegen de koning. 
Leerdoel 1

Slide 5 - Slide



Aristocratie


  • Een groep grootgrondbezitters besloot de macht over te nemen. 
  • Je noemt dit een aristocratie: een groep mensen met veel macht en aanzien besturen het gebied of de stadstaat. 
  • Bij een aristocratie gaat het om je afkomst. Je komt uit een adellijke familie. 
Leerdoel 1

Slide 6 - Slide


Tirannie

  • Soms grijpt één van die edelen alle macht. Hij wordt een alleenheerser. Je noemt dat een tirannie. 
  • Pisistratos, greep de macht, hij verbeterde de rechtspraak en introduceerde de rechters. Kleine boeren kregen bescherming. 
  • Een tiran betekende dus niet altijd dat er wreed en slecht geregeerd werd. Hij was wel een alleenheerser, nam alleen de beslissingen. 

Leerdoel 2

Slide 7 - Slide


Aantekeningen

  • De Grieken kennen verschillende staatsvormen. Athene was eerst een monarchie, met een koning. Vervolgens kwam er een aristocratie, waarbij de macht in handen ligt bij mannen met van goede komaf. Uiteindelijk greep één iemand de macht en werd Athene een tirannie, er kwam een alleenheerser. 

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken
  • We lezen gezamenlijk paragraaf 2.2. 

  • Dan maken we samen opdracht 2. Daarna maak je opdracht 3 en 1.

  • Ben je klaar? Ga dan aan de slag met de opdrachten 5 en 6 op pagina 43. 

  • Ook klaar? Dan mag je verder met de verdieping. 

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie en in een aristocratie. 

  • Je kunt kenmerken benoemen van het bestuur van een tiran. 

Slide 10 - Slide