6.2 3M

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

§6.2 voedsel voor veel mensen

Zonder boek/aantekeningen de vragen beantwoorden

De eieren die je in de supermarkt koopt zijn niet van legbatterijkippen. Toch eet jij waarschijnlijk dagelijks legbatterij-eieren. Waar zijn legbatterijen een voorbeeld van?

1. monocultuur
2. bio industrie

Als je legbatterij-eieren niet los kunt kopen hoe komen die dan toch in je voeding terecht?

Wanneer de melkkoeien buiten komen staan ze vaak op eentonige weilanden te grazen. Waar is dit een voorbeeld van?

1. monocultuur
2. intensieve akkerbouw
3. intensieve veeteelt en intensieve akkerbouw
4. monocultuur en intensieve veeteelt

Een gemengd bedrijf heeft zowel akkerbouw als veeteelt. Welke invloed heeft dit op het gebruik van kunstmest door het bedrijf?

1. Het bedrijf gebruikt minder kunstmest omdat het de mest van de eigen veestapel kan gebruiken voor de akkerbouw.
2. Het bedrijf gebruikt evenveel kunstmest omdat de akkerbouw een monocultuur is en er dus veel mest nodig is.
3. Het bedrijf gebruikt meer kunstmest omdat voor zowel de akkerbouw als voor de veeteelt kunstmest nodig is.

Wat wordt aan vee gegeven om ze extra te laten groeien, behalve weinig bewegingsruimte?

1. proteïnedrank
2. krachtvoer
3. proteïnedrank en krachtvoer
4. groeihormonen

Wat is een voorbeeld van de bio-industrie

1. Op een boerderij kippen varkens en koeien houden
2. Een kleine boerderij hebben
3. Een grote boerderij met veel verschillende dieren
4. Een grote boerderij met veel dezelfde dieren

Hoe heet het troebel worden van het water als gevolg van vermesting?

1. eutrofiëring
2. turbulentie
3. uitspoeling
4. algenbloei

Wat gebeurt er bij verzuring?

1. ammoniak uit de bodem reageert met mest op het land tot zuur
2. ammoniak uit de bodem reageert met water in de bodem en lucht tot zuur
3. ammoniak uit mest reageert met water in de bodem en lucht tot zuur
4. ammoniak uit water reageert met mest in de bodem en lucht tot zuur

Veredelen is..... ?

1. Door ongeslachtelijke voorplanting
2. Van een stukje plant afhalen en in water zetten. Hier komt een nieuw plantje van
3. De beste planten kiezen met de beste eigenschappen en die samenbrengen
4. Komt weinig variatie van