7.3 A standaardafwijking bij populatieproportie

7.3 A
Onderzoek bij kwalitatieve variabelen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
wiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

7.3 A
Onderzoek bij kwalitatieve variabelen

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen een kwalitatieve en een kwantitatieve variabele?

Slide 2 - Open question

Vorige voorbeelden: schoenmaat, inhoud van een fles cola

Nu: kwalitatieve variabelen, bijvoorbeeld oogkleur

Slide 3 - Slide

Vorige voorbeelden: schoenmaat, inhoud van een fles cola

Nu: kwalitatieve variabelen, bijvoorbeeld oogkleur

Hoe berekenen we dan een standaardafwijking?

Slide 4 - Slide

Stel 60% van de leerlingen op school heeft bruine ogen.
De populatieproportie is dan 
10060=0,6

Slide 5 - Slide

Voorspel met 95% zekerheid de waarden waartussen de proportie van mensen met bruine ogen ligt.

n=1100
p=10060=0,6

Slide 6 - Slide

n=1100
We hebben nog nodig: de standaardafwijking

p=10060=0,6

Slide 7 - Slide

n=1100
We hebben nog nodig: de standaardafwijking

p=10060=0,6
σ=np(1p)

Slide 8 - Slide

n=1100
We hebben nog nodig: de standaardafwijking

p=10060=0,6
σ=11000,60,40,0147

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

σ=11000,60,40,0147
[p2σ,p+2σ]

Slide 11 - Slide



Dus, tussen 57,1% en 63,0% van de mensen op school heeft bruine ogen, met een zekerheid van 95%.

σ=11000,60,40,0147
[p2σ,p+2σ]
[0,5705;0,6295]

Slide 12 - Slide