This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
b2D - Natuur- Scheikunde
2. Terugblik
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
1. Introductie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
4.2 Spanningsbronnen
Slide 3 - Slide
Terugblik Batterijen
Slide 4 - Slide
Oplaadbare batterij
staafbatterij
Penlite batterij
platte batterij
1,5 Volt
1,5 Volt
1,3 Volt
4,5 Volt
Slide 5 - Drag question
Hoe groot is de spanning die door deze batterijen worden geleverd? (1,5 V per batterij)
A
0V
B
1,5V
C
3V
D
6V
Slide 6 - Quiz
Je hebt 3 batterijen, elk van 1,5 v Welke spanning leveren de batterijen samen, als je de pluspool van de ene batterij tegen de minpool van de andere batterij legt
A
0V
B
1,5V
C
3V
D
4,5V
Slide 7 - Quiz
Je hebt 2 batterijen, een van 3,0 V en een van 9,0 V Welke spanning leveren de batterijen samen, als je de pluspool van de ene batterij tegen de pluspool van de andere batterij legt
A
12V
B
6V
C
-6V
D
-12V
Slide 8 - Quiz
De spanning van een staaf-batterij is groter dan de spanning van een penlite-batterij.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Oplaadbare batterijen leveren een evengrote spanning als niet-oplaadbare batterijen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Leerdoelen
4.2.1 Je kunt voordelen en nadelen noemen van enkele spanningsbronnen.
4.2.2 Je kunt uitleggen wat een generator is.
4.2.3 Je kunt benoemen welke spanning er op een stopcontact staat.
4.2.4 Je kunt beschrijven hoe elektriciteit bij jou thuis komt.
4.2.5 Je kunt beschrijven welke spanning veilig is.
Sommige fietsen hebben licht dat op batterijen werkt. Andere fietsen hebben een dynamo. De batterijen en de dynamo geven elektriciteit.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
De Dynamo
Een batterij en een dynamo zijn spanningsbronnen.
Een spanningsbrongeeft elektriciteit.
Bij oudere fietsen kun je de dynamo zien.
Als je fietst, dan draait het wieltje rond.
Als het wieltje van een dynamo tegen de band van een fiets komt, moet je zwaarder trappen.
De dynamo geeft nu een spanning van ongeveer 6 volt.
Slide 13 - Slide
De naafdynamo
Bij nieuwe fietsen zit de dynamo vaak verstopt in de naaf.
Bij een dynamo in de naaf voel je bijna niet dat je zwaarder moet trappen.
De spanning van een naafdynamo is even groot als de spanning van een dynamo met een wieltje.
Slide 14 - Slide
De generator
Boven in een windmolen zit een heel grote dynamo.
Zo’n grote dynamo noem je een generator.
Een generator geeft elektriciteit met een hoge spanning.
Door de wind draaien de wieken van de windmolen.
Als de wieken draaien, maakt de generator elektriciteit, net als de dynamo op je fiets.
Slide 15 - Slide
Het stopcontact
Thuis werken veel apparaten op de elektriciteit uit het stopcontact.
De spanning op een stopcontact is 230 volt.
Een deel van de elektriciteit voor het stopcontact wordt gemaakt in een elektriciteitscentrale. Daar staan grote generatoren. Die geven een spanning van wel 10000 volt.
Een ander deel van de elektriciteit wordt gemaakt met windmolens en met zonnepanelen.
Slide 16 - Slide
Elektriciteitscentrale
Van de elektriciteitscentrale gaat de elektriciteit via een verdeelstation naar alle huizen.
Voordat de elektriciteit je huis binnengaat, wordt de spanning verlaagd tot 230 volt.
Dat gebeurt in transformatorhuisjes. Daarna kun je de elektriciteit in huis gebruiken.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Gevaarlijke spanning
Je kunt een batterij vasthouden tussen duim en wijsvinger. Daar voel je niks van. Dat komt doordat de spanning heel klein is (1,5 volt).
De spanning van een dynamo is een beetje groter (6 volt), maar die voel je ook niet.
6 volt is nog steeds een kleine spanning.
De spanning op een stopcontact is veel groter (230 volt). Dit kan wel gevaarlijk zijn.
Slide 19 - Slide
Veilige spanning
Op school doe je proeven met een veilige spanning. Voor proeven gebruik je daarom batterijen of een voedingsapparaat.
Een voedingsapparaat verlaagt de spanning van het stopcontact, bijvoorbeeld tot 24 volt.
Elke spanning kleiner dan 24 volt is niet gevaarlijk.
Slide 20 - Slide
Onthoud
Een spanningsbron geeft elektriciteit.
Batterijen, dynamo’s, generatoren en stopcontacten zijn spanningsbronnen.
Een dynamo geeft een spanning van 6 volt als hij draait.
Een generator is een grote dynamo. Een generator levert een veel hogere spanning dan een dynamo.
De elektriciteit voor het stopcontact wordt gemaakt in elektriciteitscentrales.
Een deel van de elektriciteit wordt gemaakt met windmolens en zonne-energie.
De spanning van 230 volt op het stopcontact is gevaarlijk.