Differentiatie les

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBO

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De jongen die daar loopt, zit bij mij in de klas.

Het betrekkelijk voornaamwoord is:
A
die
B
oud
C
naar
D
ik

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Iedereen heeft de vraag goed beantwoord.
A
Iedereen is een verwijswoord.
B
Iedereen is een persoonlijk voornaamwoord.
C
Iedereen is een zelfstandig naamwoord.
D
Iedereen is een onbepaald voornaamwoord.

Slide 5 - Quiz

Die scooter is van mijn vriendin.
Die is
A
aanwijzend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Wat is het vragend voornaamwoord in de volgende zin:
Wie kan mij vertellen hoeveel dat kost?


A
mij
B
hoeveel
C
Wie
D
dat

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

De erg kleine voetballer liep hard.

Wat zijn bijwoorden?
A
erg kleine
B
erg kleine, hard
C
erg, hard
D
erg

Slide 10 - Quiz

Sleep elk woord naar de juiste woordsoort.
timer
1:00
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Onbepaald lidwoord
Bepaald lidwoord
Zelfstandig werkwoord
Hulpwerk-
woord
Aanwijzend voor-
naamwoord
Vragend voor-
naamwoord
Voorzetsel
Bijwoord
Welke
dj
treedt
morgen
hier
op
tijdens
het
festival?

Slide 11 - Drag question