RECAP

Aandelen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Aandelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan 
1) Bereken het aantal (preferente) aandelen dat in omloop is.
2) Ga na wat de emissiekoers is van de aandelen (nominale waarde + (dis)agio)
3) Bedenk wat er van de winst wordt afgehaald? Reken deze uit en tel deze bij elkaar op.
             a) stock dividend gewone aandelen
                         1) percentage stock x geplaatst aandelenkapitaal gewone aandelen
             b) dividend preferente aandelen
                         1) percentage preferent x geplaatst aandelenkapitaal preferente aandelen
             c) vennootschapsbelasting
             d) bedrag voor algemene reserves of andere reserves
             e) bedrag aan tantièmes
4) Bereken het cashdividend voor dividendbelasting (winst min alle kosten van stap 3)
5) Bereken het dividendbelasting (tel alle dividend bij elkaar op (stap 3a + 3b + 4) vermenigvuldigd met het dividendpercentage)
6) Bereken het cashdividend na dividendbelasting (stap 4 - stap 5)
7) Deel door het totaal aantal gewone aandelen


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld opgave
Een bedrijf heeft een geplaatst aandelenkapitaal van €10.000 euro, met een nominale waarde van 10 euro per aandeel. 
Het stockdividend bedraagt 5% op gewone aandelen en 8% op gewone aandelen wordt als cashdividend uitgekeerd. 
Daarnaast zijn er ook 7% preferente aandelen uitgegeven tegen €2.000 met een nominale waarde van €50 euro.  
De winst bedroeg €12.000 euro. De dividendbelasting is 15%.  Hoeveel is het cashdividend aan gewone aandelen na dividendbelasting per gewoon aandeel?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4
aantal gewone aandelen berekenen
stockdividend of cashdividend berekenen
totaal aan dividendbelasting berekenen
cashdivend per gewoon aandeel na dividenbelasting / aantal gewone aandelen

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het aantal gewone aandelen in omloop
A
1.000
B
400
C
2.000
D
1.200

Slide 5 - Quiz

€10.000/€10 = 1.000
Hoeveel bedraagt het stockdividend en cashdividend samen van gewone aandelen?
A
€1.440
B
€500
C
€800
D
€1.300

Slide 6 - Quiz

5% + 8% = 13%
13% x €10.000 = €1.300

Hoeveel bedraagt de dividendbelasting aan gewone aandelen?
A
€216
B
€195
C
€190
D
€200

Slide 7 - Quiz

1.300 x 0,15 = 195

Hoeveel bedraagt het cashdividend per gewoon aandeel?
A
€1,11
B
€1,22
C
€1,09
D
€1,34

Slide 8 - Quiz

€1.300 x 85% = €1.105
€1.105 /1.000 = €1,11
Converteerbare obligaties

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan
1) hoeveel zijn alle obligaties samen waard?
2) hoeveel krijg je extra naast de waarde van stap 1?
3) hoeveel zijn de waardes van stap 1 en 2 per aandeel?
4) hoeveel houdt je over als je de totale nominale waarde van stap 3 afhaalt?
5) hoeveel ontvang jij meer of minder voor de aandelen t.o.v. beurskoers

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Niau NV heeft een 3,5% converteerbare obligatielening uitstaan. De conversievoorwaarden zijn: 7 obligaties (nominaal €35) met bijbetaling van €250 levert 5 aandelen (nominaal €100) op.
Wat is de conversieprijs (van één aandeel)?
A
€304
B
€64
C
€114
D
€99

Slide 11 - Quiz

€250 + 7 * €35 / 5 = €99

Niau NV heeft een 3,5% converteerbare obligatielening uitstaan. De conversievoorwaarden zijn: 7 obligaties (nominaal €35) met bijbetaling van €250 levert 5 aandelen (nominaal €100) op. De beurswaarde van een aandeel is €90. Hoeveel (dis)agio ontstaat er bij deze conversie?
A
-€5
B
€50
C
€10
D
-€1

Slide 12 - Quiz

€250 + 7 * €35 - €100 * 5 = -€5

Niau NV heeft een 3,5% converteerbare obligatielening uitstaan. De conversievoorwaarden zijn: 7 obligaties (nominaal €35) met bijbetaling van €250 levert 5 aandelen (nominaal €100) op. De beurswaarde van een aandeel is €90. Raadt jij de obligatiehouder aan om de aandelen te verkopen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

beurswaarde - emissiewaarde 
€90 * 5 - €99 * 5 = -€45  dus nee
Hypothecaire lening

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan annuïtaire hypothecaire lening
1) wat is de schuld van begin van de maand?
2) waar bestaat de annuïteit uit?
3) waarover rekenen we interest?
4) wat blijft er dan nog over ?  (zie stap 2)
5) bereken de eind schuld m.b.v. stap 1 en 4



Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Jaar
Schuld begin
Annuiteit
Interest (4%)
Aflossing
Schuld eind
1
€250.000
€51.156,78
€10.000
€41.156,78
€183.843,22
2
A
B
C
D
E

Slide 16 - Open question

A: €188.843,22
B: €51.156,78
C: €188.843,22 * 4% = €7.553,73
D: €56.156,78 - €7.553,73 = €48.603,05
E: €193.843,22 - €48.603,05 = €145.240,17 
HEEL VEEL SUCCES 
heel veel succes!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Geniet van de zomervakantie!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions