What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Verkoopcijfers OP3 Week 2
1 / 46
next
Slide 1:
Slide
Verkoopcijfers
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
46 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat is het verschil tussen de inkoop- en verkoopprijs?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Wat is het verschil tussen het begrip 'Inkoopprijs' en 'Inkoopwaarde'?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Welke begrippen zijn 'mét BTW'?
A
Verkoopprijs
B
Inkoopwaarde
C
Consumentenomzet
D
Inkoopfactuurprijs
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Vul hier je antwoorden in van A t/m F.
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
Wat bepaalt de verkoopprijs van een product?
Slide 28 - Mind map
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Wat is in het vorige voorbeeld de winst per stuk?
A
Afzet is 1000 en beoogde winst 2.000 dus dat is 2 euro.
B
De inkoopprijs is 10 euro per stuk en de verkoopprijs is onbekend. Dus je kunt het niet berekenen.
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
In het voorbeeld staan inkoop, huur, personeel en marketing als kosten. Welk van deze kosten zijn zogenaamde 'directe kosten'?
A
Inkoop
B
Huur
C
Personeel
D
Marketing
Slide 34 - Quiz
Directe kosten en Indirecte kosten
Directe kosten: bij een hogere afzet stijgen deze direct mee
Indirecte kosten: bij een hogere afzet stijgen die niet direct mee
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Oefeningen
Slide 38 - Slide
De omzet is 250 euro en de inkoopwaarde is 120 euro. Wat is de brutowinst?
Slide 39 - Open question
De brutowinst is 500 euro en de inkoop is 100 euro. Wat is de omzet?
Slide 40 - Open question
De inkoopprijs van een product is 25,50 euro, ik wil daar een brutowinst van overhouden van 19%. Wat wordt op basis hiervan de verkoopprijs?
Slide 41 - Open question
De inkoopprijs van een product is 12,50 euro, ik wil daar een brutowinst van overhouden van 25%. Wat wordt op basis hiervan de verkoopprijs?
Slide 42 - Open question
De volgende gegevens zijn bekend:
- Afzet: 100 stuks
Inkoop: 15 euro
Beoogde brutowinst: 20% van de inkoopprijs
Wat is de omzet volgens deze gegevens?
Slide 43 - Open question
De volgende gegevens zijn bekend:
- Afzet: 150 stuks
Inkoop: 21,50 euro
Beoogde brutowinst: 10% van de inkoopprijs
BTW: 21%
Wat wordt de consumentenomzet volgens deze gegevens?
Slide 44 - Open question
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Slide
More lessons like this
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Lesson with
28 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Lesson with
26 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Leerjaar 4 Economie hst 3 Quizzz
September 2022
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Verkoopcijfers 2
November 2022
- Lesson with
38 slides
Verkoopcijfers
MBO
Studiejaar 1
Verkoopcijfers brutowinstmarge
January 2022
- Lesson with
11 slides
verkoopcijfers
MBO
Studiejaar 1
Verkoopcijfers 5
November 2022
- Lesson with
43 slides
Verkoopcijfers
MBO
Studiejaar 1
Commercieel hst 4 Hoe bepaal je de prijs? deel 2
January 2021
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
January 2022
- Lesson with
21 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3