woordenschat h5

Spreekwoorden en uitdrukkingen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 1 - Slide

Deze les
- Huiswerkcontrole
- Lesdoel
- startopdracht
- Uitleg
- Aan de slag
- Evaluatie

Slide 2 - Slide

Huiswerkcontrole
Opdracht 4 van lezen hoofdstuk 5.

Slide 3 - Slide

De gebrekkige taalvaardigheid van leerlingen los je niet op door een voldoende voor Nederlands af te dwingen, maar door te zorgen voor onderwijs dat die vaardigheid ook echt stimuleert. Dat begint allemaal met verbetering van het examen, betoogt docent Nederlands Hilly Drok.

Welke functie heeft deze alinea?


A
standpunt
B
argument
C
constatering
D
gevolg

Slide 4 - Quiz

De nieuwste plannen van de Inspectie van het Onderwijs: leerlingen krijgen geen diploma meer als zij een onvoldoende staan voor Nederlands (Trouw, 12 mei). Krachtige taal en op het eerste oog lijkt het misschien het onderwijs en leerlingen te dienen: het vak Nederlands doet ertoe! En we willen leerlingen verrijken met goede taalvaardigheid, zodat zij zich kunnen redden in onze taalgecentreerde samenleving! Op deze manier, zo lijkt de redenering, moeten leerlingen hun best doen voor het vak Nederlands, want de rest van hun leven zullen zij nog veel profijt hebben van argumentatievaardigheden en het gestructureerd vormgeven van teksten, en zullen ze hun kritische denkver­mogen aanspreken tijdens het lezen van teksten.

Welke functie heeft deze alinea?
A
standpunt
B
(tegen)argument
C
aanleiding
D
probleemstelling

Slide 5 - Quiz

Maar laat dat nou precies niet zijn wat er bij het schoolvak Nederlands in het examen wordt getoetst. En aangezien toetsen het onderwijs sturen, worden ook deze vaardigheden onderbelicht tijdens de lessen Nederlands die toewerken naar het examen.

Welke functie heeft deze alinea?
A
tegenwerping
B
voorbeeld
C
constatering
D
uitwerking

Slide 6 - Quiz

Basisvaardigheden opkrikken in dienst van de leerling lijkt mij een uitstekend idee. Maar nu wordt de focus verlegd van het beheersen van die vaardigheden naar de uitkomsten die leerlingen moeten laten zien. Het probleem – de gebrekkige taalvaardigheid van veel leerlingen – los je niet op door bepaalde uitkomsten af te dwingen, maar door impulsen te geven aan het onderwijs die ervoor zorgen dat die taalvaardigheden ook echt gestimuleerd worden.

Wat is de functie van deze alinea?
A
constatering
B
oorzaak
C
oplossing
D
gevolg

Slide 7 - Quiz

Als je de leerlingen echt wilt dienen, bedenk je maatregelen die niet enkel de vorm maar juist de inhoud van het onderwijs dienen. In plaats van spierballentaal te laten zien, kan de overheid ook verantwoordelijkheid nemen door het eindexamen Nederlands beter te maken.


Wat is de functie van deze alinea?
A
aanbeveling
B
conclusie
C
oorzaak
D
uitwerking

Slide 8 - Quiz

https://www.youtube.com/shorts/qBWPtnpjrQU 

Slide 9 - Slide

https://www.youtube.com/shorts/n3Klgyqk1cg

Slide 10 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je achter de betekenis van een spreekwoord of uitdrukking komt.

Slide 11 - Slide

Startopdracht
timer
3:00

Slide 12 - Slide

spreekwoorden en uitdrukkingen
- letterlijk vs figuurlijk
een blauwtje lopen vs de lucht is blauw
- spreekwoord
   * hele zin, kan niet worden aangepast.
       Bijv. Bij de buren is het gras altijd groener.
- uitdrukking
   * vaste woordgroep, kan een beetje worden aangepast.
       Bijv. Groene vingers hebben -> Iemand heeft groene vingers.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Wat ga je doen?
Maak opdracht 1.2, 2 en 4.
Kijk eerst welke spreekwoorden je zelf al kent.
Weet je er echt geen een meer? Zoek ze dan op in het online spreekwoordenboek.

Klaar?
Maak opdracht 5.

Slide 15 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je achter de betekenis van een spreekwoord of uitdrukking komt.

Slide 16 - Slide