Woordenschat Havo 3 les 5 - H5: Spreekwoorden en uitdrukkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Woordenschat Havo 3 H5 deel 1: Spreekwoorden en uitdrukkingen

Welkom havo 3

Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.

Stap 2: Pak je boek, schrift, laptop en je leesboek.

Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam.

Wat ga je doen?

Leerdoelen:

• Je kan het verschil benoemen tussen een spreekwoord en een uitdrukking.
• Je kunt spreekwoorden en uitdrukkingen herkennen, begrijpen en benoemen.

Je bereikt dit doel door:

• Lezen
• Mondelinge overhoring
• Uitleg: Spreekwoorden en uitdrukkingen
• Filmpje Nieuw Nederlands
• Oefenen
• Huiswerk: Online: Opdracht 1, 2 en 3

Lezen in je leesboek

Mondelinge overhoring

Welke leerlingen zijn aan de beurt voor een mondelinge overhoring?

Uitleg: Spreekwoorden en uitdrukkingen

Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn altijd figuurlijk. 

Hoe meer spreekwoorden en uitdrukkingen je kent en gebruikt, hoe beter jouw taalvaardigheid wordt.

Spreekwoord: Een wijsheid of opvatting die geformuleerd is (tegenwoordige tijd) in een hele zin; je kunt het niet veranderen.

Voorbeeld: Bij de buren is het gras altijd groener.

Uitdrukking: Een vaste woordgroep met een vaste betekenis; je kunt de uitdrukking aanpassen of veranderen: Groene vingers hebben --> hij heeft groene vingers.

Filmpje Nieuw Nederlands

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding. Is dit een spreekwoord of een uitdrukking?

1. Spreekwoord
2. Uitdrukking

Wat betekent het spreekwoord: Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.

Iemand op zijn blauwe ogen geloven.
Is dit een spreekwoord of een uitdrukking?

1. Spreekwoord
2. Uitdrukking

Wat betekent: Iemand op zijn blauwe ogen geloven?

Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Is dit een spreekwoord of een uitdrukking?

1. Spreekwoord
2. Uitdrukking

Wat betekent: Spreken is zilver, zwijgen is goud.

Aan de slag

Wat: Maken: Online: Opdracht 1 en 2

Leren: Woordenlijst H1 en H2 helemaal + H5 t/m zintuig.+ theorie blz. 24, 58 en 158

Hoe werk je: Je werkt alleen en in stilte.

Tijd: Je werkt door tot het einde van de les.

Klaar: Leren woordenschat