Week 3: Organisatiestructuren

Organisatiestructuren
1 / 33
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Organisatiestructuren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van vandaag
Je weet hoe een organisatie is opgebouwd
Je weet wat een organogram is
Je weet op welke lagen in een organisatie beslissingen worden genomen
Je weet met welke opdrachten jij je portfolio aanvult

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Agenda
  • Wat weet je nog?
  • Wat weet je al?
  • Theorie en opdracht: Organisatiestructuur
  • Terugblik op de les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bedrijf: produceert ook om iets te verkopen maar wil daar niet perse winst mee maken (non-profit)
A
klopt
B
klopt niet

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Medewerkers worden betrokken bij het nemen van besluiten in een organisatie. Medewerkers krijgen de ruimte om zich te ontwikkelen en het belangrijk dat medewerkers goed met elkaar overweg kunnen. Van welke organisatiecultuur is hier sprake?
A
machtscultuur
B
personencultuur
C
taakcultuur
D
rollencultuur

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De cultuur van een organisatie bepalen de stijl van leidinggeven.
Wat houdt een mensgerichte cultuur in? De leidinggevende geeft aandacht aan

A
De medewerkers en aan de manier waarop zij samenwerken
B
Het werkproces en aan de manier waarop de klanten worden benaderd
C
Het werkproces en aan het verkoopproces

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bij een klein bedrijf bepaalt de directrice alles. De medewerkers zijn super blij met haar. Wat voor cultuur is dit?
A
mensgerichte cultuur
B
taakcultuur
C
personencultuur
D
machtscultuur

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je al?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat is staf?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Theorie Organisatiestructuur

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Organogram
schematische weergave van een organisatiestructuur

Lijnorganisatie, lijn-staforganistatie, projectorganisatie, matrixorganisatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Functies in een Organogram
Directeur: dit is de manager die leiding geeft aan de managers van een bedrijf
Financieel manager: houdt zich bijv bezig met winst-verlies rekening, balans, schuldenlasten, investeringen
Personeelsmanager: is verantwoordelijk voor het personeelsbeleid
Inkoopmanager: verantwoordelijk voor het inkopen van alle middelen die de organisatie nodig heeft
R&D manager: leidinggevende van de afdeling onderzoek en ontwikkeling
Commercieel manager: manager van de afdeling Sales
Productiemanager: leidinggevende productie afdeling
Logistiek manager: verantwoordelijk voor levering aan de klant

Slide 14 - Slide

dik en onderstreept: staffuncties
dik: uitvoerende functies

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

opdracht: teken een organogram
G-star heeft haar hoofdkantoor in NL. De directie is hier ook gevestigd. Maak op basis van onderstaande afdelingen een organogram.
Marketing, Product & Design,  Logistiek, Retail, IT, Inkoop, Sales die de winkels in Azie, US en Europa aansturen, winkel in Parijs, Bijenkorf in Nederland

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Theorie beslissingsniveaus

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Management
Richting geven aan inspanning van mensen en middelen zodat vastgestelde doelen worden behaald

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Teks
?
?
?
strategisch management
tactisch management
operationeel management

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Tekst

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Strategisch doel retailbedrijf
Omzetgroei: Het verhogen van de totale omzet van het bedrijf door middel van verschillende tactieken zoals marketingcampagnes, uitbreiding van het productassortiment, verbeterde klantenservice, enzovoort
Merkbekendheid en positionering: Het versterken van het merkimago en het vergroten van de merkbekendheid door middel van doelgerichte marketingcampagnes, samenwerkingen met influencers, sponsoring van evenementen en een consistente merkboodschap.
Internationalisering: Het uitbreiden van de aanwezigheid naar nieuwe markten, zowel nationaal als internationaal, door middel van uitbreiding van fysieke winkels, e-commerceplatforms en lokale aanpassingen aan producten en marketingstrategieën.

Slide 24 - Slide

Strategische doelen zijn de langetermijndoelstellingen die een organisatie wil bereiken om haar missie en visie te realiseren. Deze doelen zijn gericht op het sturen van de algemene richting van de organisatie en het creëren van een duurzaam concurrentievoordeel
Organisatorisch doel retailbedrijf
Talentontwikkeling en medewerkerstevredenheid: Het streven naar het aantrekken, ontwikkelen en behouden van hoogwaardig personeel door middel van training en ontwikkelingsprogramma's, een positieve werkomgeving, competitieve beloningen en voordelen, en mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling.
Efficiënte communicatie en samenwerking: Het verbeteren van communicatiekanalen en -processen binnen de organisatie om de samenwerking tussen verschillende afdelingen te bevorderen, informatie-uitwisseling te vergemakkelijken en de besluitvorming te versnellen.
Flexibiliteit en aanpassingsvermogen: Het ontwikkelen van een cultuur van flexibiliteit en aanpassingsvermogen om snel te kunnen reageren op veranderingen in de markt, klantbehoeften en concurrentie.

Slide 25 - Slide

Een organisatorisch doel voor een retailbedrijf kan gericht zijn op het verbeteren van de interne structuren, processen en cultuur om de algehele effectiviteit en efficiëntie van de organisatie te versterken
Operationeel doel retailbedrijf
Voorraadnauwkeurigheid: Het verbeteren van de nauwkeurigheid van voorraadbeheerprocessen om over- of onderbevoorrading te verminderen, wat kan leiden tot een verbeterde klanttevredenheid en een hogere omzet.
Winkelbeheer: Het verbeteren van de operationele efficiëntie van individuele winkellocaties door middel van effectief personeelsbeheer, optimale lay-out van de winkel, efficiënt gebruik van ruimte en stroomlijning van kassa- en betalingsprocessen.
Klantenservice: Het verbeteren van de kwaliteit van de klantenservice door middel van training van personeel, implementatie van klantgerichte processen en systemen, en het bieden van oplossingen voor klachten en feedback van klanten.

Slide 26 - Slide


Een operationeel doel voor een retailbedrijf richt zich op specifieke aspecten van de dagelijkse activiteiten en processen om de efficiëntie, effectiviteit en prestaties op operationeel niveau te verbeteren
En nu jij!
1. Geef aan wat voor organisatiestructuur jouw organisatie heeft
2. Maak een organogram van jouw organisatie. 
3. Welke managementfunctie binnen jouw organisatie is gekoppeld aan welk beslissingsniveau

*informatie kun je vinden via bedrijvenwebsite
*niet gevonden? Vraag dan na op je werk
* verwerk bovenstaande vragen in je portfolio

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Inhoud Portfolio les 3

1. 3 opdrachten bij En nu jij!
Let op! Lay out portfolio staat in TEAMS

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Goal!
Je weet hoe een organisatie is opgebouwd
Je weet wat een organogram is
Je weet op welke lagen in een organisatie beslissingen worden genomen
Je weet met welke opdrachten jij je portfolio aanvult

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij elke medewerker slechts één chef kent?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij medewerkers eigenlijk altijd in wisselende samenstellingen samenwerken met collega’s van andere afdelingen?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

De opdracht voor mijn portfolio is duidelijk?
A
Ja
B
Nee, graag extra uitleg
C
Nee, maar ik weet waar ik het kan vinden
D
Ja, ik heb het al af

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions