This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Bij een factor >1 neemt de hoeveelheid toe,
Bij een factor <1 neemt de hoeveelheid af
Je krijgt per jaar 4% rente
Dan heb je na een jaar 104%
De groeifactor is:
Het aantal haaien neemt met 6% per jaar af
Na een jaar is er nog 94% over
Bij een groeifactor >1 is er toenama,
Bij een factor <1 is er afname