This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
SO
repetir verbos reflexivos
verbos irregulares
Frases para traducir
Lunes, 24 de enero
Slide 1 - Slide
SO
SO
30 min
ONLINE:
maak uit je module tarea 2.3, 2.4 en 2.5
GOED LEZEN!! maak ook de opdrachten uit je LA en LE
GEBRUIK JE WOORDENLIJST
Slide 2 - Slide
¿Qué tal el SO?
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
Hoeveel tijd heb je besteed aan de voorbereiding?
Slide 4 - Poll
la semana pasasda...
wederkerende werkwoorden
hoe herken je ze?
hoe ga je te werk bij het vervoegen?
ze eindigen op -se
- se eraf halen
- uitgang eraf halen
- juiste uitgang erachter
- wederkend vnw. ervoor
Slide 5 - Slide
VERBOS REFLEXIVOS
Wederkerende werkwoorden eindigen altijd op -se
Stap 1: Om ze te vervoegen haal je -se eraf en dan hou je een werkwoord over dat eindigt op -ar/-er of -ir, bijvoorbeeld: lavarse = zich wassen.
Stap 2: vind de stam
Stap 3 Vervoeg het werkwoord zoals je geleerd hebt en plaats de juiste uitgang achter de stam.
Stap 4: kijk of er eventueel nog een klinkerwisseling is.
Stap 5: zet nu het wederkerend voornaamwoord ervoor.
Slide 6 - Slide
lavarse = zich wassen
yo
tú
él/ella/ud.
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/uds.
me
te
se
nos
os
se
lavo
lavas
lava
lavamos
laváis
lavan
Slide 7 - Slide
OJO
Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden), levantarse (opstaan)
Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse (ie) = wakker worden, acostarse (ue) naar bed gaan, vestirse (i) = zich aankleden
Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!
Slide 8 - Slide
levantarse, yo
Slide 9 - Open question
lavarse, ellos
Slide 10 - Open question
llamarse, vosotros
Slide 11 - Open question
quedarse, nosotros
Slide 12 - Open question
despertarse, él
Slide 13 - Open question
vestirse, tú
Slide 14 - Open question
verbos irregulares
hacer = doen/maken, salir = vertrekken/uitgaan, venir = komen, ir = gaan
Slide 15 - Slide
2.5 Frases para traducir
Vervoeg de werkwoorden.
Let op: is het een -ar, -er, -ir werkwoord? Gebruik de juiste uitgang.
Let op: vind er een klinkerwisseling plaats.
Let op: is het werkwoord wederkerend? Gebruik dan het wederkerende voornaamwoord.
Gebruik de woorden uit je woordenlijst en geen google translate. Terugkeren is volver!!!
Om.....uur = A la(s)....../ Het is..... uur = Es,son la(s).....