Week 3: E Modalverben

Guten Tag
Pak jouw schrift erbij
Schrijf de slides mee waarop dit staat aangegeven
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Guten Tag
Pak jouw schrift erbij
Schrijf de slides mee waarop dit staat aangegeven

Slide 1 - Slide

Modalverben
Je weet de betekenis van de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen en mögen.

Je kunt de werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 2 - Slide

Wat zijn Modalverben?

Hulpwerkwoorden die extra betekenis geven aan hoofdwerkwoord

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is het Modalverb in deze zin?
"Zij mogen geen snoep eten."

Slide 5 - Open question

Wat is het Modalverb in deze zin?
"Wij kunnen morgen niet naar school."

Slide 6 - Open question

Moeten (wil van een ander)
willen (heel sterk, eisen)
mogen (toestemming hebben)
leuk vinden, lusten, aardig vinden, houden van
kunnen
moeten (het kan niet anders, noodzaak)
weten
sollen
mögen
wollen
dürfen
müssen
wissen
können

Slide 7 - Drag question

Uitleg betekenis
Sollen= moeten ( een wil  van een ander)
Wollen= willen (heel sterk)
Mögen= leuk vinden, houden van, lusten, aardig vinden
Können= kunnen
Dürfen= mogen (toestemming hebben)
Müssen= moeten ( het kan niet anders, noodzaak)
Wissen = weten

Slide 8 - Slide

Schrijf mee
müssen
können
dürfen
sollen
wollen
mögen
wissen

Slide 9 - Slide

Er ....... (kunnen) morgen nicht dabei sein.

Slide 10 - Open question

Die Kinder (mv) .......... (mogen) einen Kuchen.

Slide 11 - Open question

........... (moeten: sollen) ihr noch einmal bestellen?

Slide 12 - Open question

Aufgaben machen
Seite 81, Aufgabe 18,  19, 20, 21 und 23

Slide 13 - Slide

Hausaufgaben
Leren de Modalverben
Seite 155

Aufgabe 18, 19, 20, 21 und 23


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide