1.4 herhaling ww + werkblad

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.4 herhaling werkwoorden
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.4 herhaling werkwoorden
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Laat het boek nog even dicht. 

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je een werkwoord vinden in een gegeven zin. 
- kun je meerdere werkwoorden in een gegeven zin vinden. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig het werkblad dat je van de docent krijgt. 
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Noteer een passend werkwoord in de zin:
Truus .......... naar de supermarkt.

Slide 6 - Open question

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
De juf vertelt ons het huiswerk.

Slide 7 - Open question

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
Ik maak mijn huiswerk

Slide 8 - Open question

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 15 t/m 18 op blz. 21 + 22.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

4. Instructie

Slide 10 - Slide

Wat is het werkwoord in de zin:
Jan fietst naar school

Slide 11 - Open question

Kim noteert de toetsen in haar agenda.
A
toetsen
B
agenda
C
noteert
D
kim

Slide 12 - Quiz

In een zin kunnen meerdere werkwoorden zitten.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de werkwoorden in de zin?
Mijn vader laat de baard groeien.

Slide 14 - Open question

Ik heb de toetsen opgeschreven.
A
heb
B
heb opgeschreven
C
opgeschreven
D
toetsen opgeschreven

Slide 15 - Quiz

Ik slaap lekker.
A
slaap
B
ik
C
lekker
D
slaap lekker

Slide 16 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig het werkblad dat je van de docent krijgt. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht zin 1 t/m 5 van het werkblad. 

Slide 17 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
het werkblad dat je van de docent krijgt. 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdracht na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
30:00

Slide 18 - Slide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 19 - Slide

Noteer het werkwoord uit de volgende zin:
De jongens roepen de meisjes

Slide 20 - Open question

Noteer het werkwoord uit de volgende zin:
De hond loopt naar zijn mand.

Slide 21 - Open question

Noteer het werkwoord uit de volgende zin:
Stopt hij het boek in zijn tas?

Slide 22 - Open question

Ik kan in een gegeven zin het werkwoord vinden

Slide 23 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
werkblad werkwoorden

Toetsen: 
...
...

Slide 24 - Slide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 25 - Slide