lessenserie max en de maximonsters

lessenserie max en de maximonsters

max en de maximonsters

les 1

voorlezen

Je juf of meester gaat dadelijk het boek Max en de Maximonsters voorlezen.

let op: wie zijn de hoofdpersonen?

wie zijn de hoofdpersonen?

les 2

google translate

vertalen

gaat je eigen samenvatting die je in de vorige les hebt opgeschreven  nu terugvertalen. maak gebruik van google translate en van klasgenoten die dezelfde taal spreken.

Wat gaan we doen? 

• Wat is een samenvatting? 
  
• Hoe maak je een samenvatting?
  
• Samenvatting maken!

wat gebeurt er in het verhaal?

les 3

vertaal je samenvatting naar het Nederlands

terugvertalen

Je gaat straks het verhaal van Max en de Maximonsters vertalen met behulp van google translate. je schrijf het verhaal op in je eigen taal.

wat weet je nog over het verhaal

les 4

controleer met de leerkracht of je samenvatting goed is. verbeter wat anders moet.

feedback

je laat je Nederlandse samenvatting zien aan je leerkracht. deze zal je tips geven. vraag ook tips aan je klasgenoten. herschrijf nu de tekst met behulp van de tips.

welke tips heb je gekregen?

les 4

presentatie

presenteren

Nu gaan we de teksten hardop oplezen.

we doen dit met de hele klas samen.

geef elkaar complimenten!

welke complimenten heb je gekregen?

wat weet je nu van het verhaal?

les 6

quiz

we gaan naar de quiz!

wie is de hoofdpersoon in het verhaal

1. Moeder
2. Monster
3. Hond
4. Max

luistert Max goed naar zijn moeder?

1. ja
2. soms
3. helemaal niet
4. een beetje

waar moet max naar toe van zijn moeder?

1. naar buiten
2. naar de zolder
3. naar de keuken
4. naar zijn kamer

krijgt max eten mee?

1. hij heeft al gegeten
2. hij wil niet eten
3. nee
4. ja

wat doet max op zijn kamer?

1. hij fantaseert over een ver land
2. hij loopt op zijn handen
3. hij gaat slapen
4. hij gaat eten

hoe gaat Max weg?

1. met een fiets
2. met een boot
3. met een auto
4. met een vliegtuig

waar komt max aan?

1. thuis
2. bij de maximonsters
3. in zijn slaapkamer
4. in een park

wat zeggen de maximonsters?

1. We eten je op!
2. je hebt gele ogen!
3. je bent onze koning!
4. we houden niet van feest!

wat doet Max als koning?

1. hij eet de maximonsters op
2. hij maakt ruzie met de maximonsters
3. hij leest een boek
4. Hij viert feest met de maximonsters