Lezen: Les 3

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
15:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... kun je het onderwerp van een tekst bepalen.  
  • ... kun je de hoofgedachte van een tekst bepalen.

Slide 2 - Slide

Onderwerp, deelonderwerp, alinea & tussenkopje

  • Nadat je een tekst oriënterend hebt gelezen, kun je in een paar woorden aangeven wat het onderwerp van de tekst is.
  • Een onderwerp bestaat vaak uit verschillende stukjes. Die stukjes noemen we deelonderwerpen.
  • Het stukje tekst over een deelonderwerp is een alinea.
  • Boven een alinea kán een tussenkopje staan. Een tussenkopje geeft aan waar de alinea over gaat.

Slide 3 - Slide

Onderwerp

Een tekst gaat altijd ergens over. Dit noem je het onderwerp.

Je kunt met één woord of maximaal vier woorden zeggen wat het onderwerp is.


1. Je leest de tekst oriënterend.
2. Geef antwoord op de vraag: waar gaat de tekst over?


Hoe?

Slide 4 - Slide

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte van een tekst is wat de schrijver over het onderwerp wil vertellen.


De hoofdgedachte schrijf je op één zin.

Dus: de hoofdgedachte = in één zin waar de hele tekst over gaat.

Slide 5 - Slide

Waar vind je de hoofdgedachte?
1. Vaak is de hoofdgedachte al in het begin van de tekst te vinden.
Bijv. in een krantenartikel.

2. Ook in andere teksten vind je de hoofgedachte vaak in de eerste of tweede alinea
Fijn! Je weet dan waar de rest van de tekst over gaat.

3. Soms sluit de schrijver de tekst af met de hoofdgedachte.
Meestal is de hoofdgedachte dan een conclusie of samenvatting.

Slide 6 - Slide

Een voorbeeld

Slide 7 - Slide

En nog één..
Dit is de laatste alinea van een tekst over gamen:






Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?


Je hebt nu gelezen wat de positieve kanten van gamen zijn: je leert erdoor samenwerken, je Engels gaat ermee vooruit en je reactiesnelheid wordt getraind. Gamen is dus eigenlijk heel goed voor je ontwikkeling!

Slide 8 - Slide

Het onderwerp

Het onderwerp is heel kort.

Je vertelt in één woord of max. vier woorden waar de tekst over gaat.
De hoofdgedachte

De hoofdgedachte bestaat uit één hele zin.

In de hoofdgedachte staat de belangrijkste informatie.

Slide 9 - Slide

Zelf aan de slag
Maken: H1, par. 2, opdr. 1 t/m 3.

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets / lezen.


Slide 10 - Slide