Yet more reported speech revision

Ben Nevis
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ben Nevis

Slide 1 - Slide

Plan for today
- Short video about reported speech (and Batman) 
- Guided practice reported speech
- Quiz reported speech 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

What do you have to change when rewriting from direct to reported statements?
A
Verb tenses, adverbs of place and time, pronouns.
B
Verb tenses, pronouns, get rid of interpunction
C
verb tenses, adverbs of place and time, get rid of interpunction.
D
Verb tenses, adverbs of place and time, pronouns , get rid of interpunction (!, ?, ")

Slide 5 - Quiz

What EXTRA changes do you need to make when rewriting from direct to reported questions? Choose all correct options.
A
Change question word order to normal word order.
B
In a question with "Did": get rid of did.
C
Add if / whether when there is no question word.
D
Add a question mark.

Slide 6 - Quiz

Is "She said that we had to stop talking" the best rewrite of "Stop talking!"?
A
Yes
B
No, this is wrong. It should be "She told us to stop talking."
C
No, it is better to say "She told us to stop talking" but this is not wrong.
D
Of course it is

Slide 7 - Quiz

SO: 
- Tenses backshift
- Change possessive, personal and demonstrative pronouns (this,  these) 
- Change adverbs of place and time 
- Lose the interpunction.
- In questions: change question to statement. 

Slide 8 - Slide

We danced
We were dancing
We had danced
We had been dancing
We dance
We are dancing
We were dancing
We danced
We have danced
We had danced
We have been dancing
We had been dancing

Slide 9 - Drag question

The previous day
The following day
There
That
At that time
The following week
This
Here
Yesterday
Tomorrow
At the moment 
Next week

Slide 10 - Drag question

Stappenplan 

1. Markeer de werkwoordstijden in één kleur, de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in een tweede kleur en de plaats- en tijdsbepalingen in een derde kleur.
2. Kijk of je te maken hebt met een statement, question of imperative (gebiedende wijs)
3. Begin met “…… said that…… ” (statement) , “….. asked me (whether)…” (vraag) of “… told us…” (imperative)
4. Verander je persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden zodat ze kloppen met wie er over wie praat.
5. A. Statements: Zet alle werkwoordstijden waar dat kan één stap terug in de tijd.
B. Questions: verander vraagvolgorde in normale woordvolgorde en zet werkwoorden één stap terug in de tijd.
C. Infinitives: verander het hele werkwoord in to + hele werkwoord, en don’t + hele werkwoord in not to + hele werkwoord.
6. Verander je plaats- en tijdsbepalingen.


Stappenplan reported speech:

1. Markeer de werkwoordstijden in één kleur, de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in een tweede en de plaats- en tijdsbepalingen in een derde.  
2. Kijk of je te maken hebt met een statement, question of imperative (gebiedende wijs)
3. Begin met “…… said that…… ” (statement) , “….. asked (whether)…” (vraag) of “… told us…” (imperative)
4. Verander je persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden zodat ze kloppen met wie er over wie praat.
5. A. Statements: Zet alle werkwoordstijden waar dat kan één stap terug in de tijd.
B. Questions: verander vraagvolgorde in normale woordvolgorde en zet werkwoorden één stap terug in de tijd.
C. Infinitives: verander het hele werkwoord in to + hele werkwoord, en don’t + hele werkwoord in not to + hele werkwoord.
6. Verander je plaats- en tijdsbepalingen en je aanwijzende voornaamwoorden. 
7. Haal aanhalingstekens, uitroeptekens en vraagtekens weg. 


Slide 11 - Slide

Pak je oefenboekje erbij, en maak een keuze: 

- Ga zelfstandig aan de slag 
              Of 
- Maak de zinnen samen met mij en je klasgenoten. 
             Of 
- Doe de quiz in Quizizz die klaar staat in de chat. 

Slide 12 - Slide

Zin 1 
She claimed: "I am the best for this job."

- Markeer de persoonsvorm. 
- Markeer het persoonlijke voornaamwoord. 
- Markeer het aanwijzende voornaamwoord. 

Slide 13 - Slide

Zin 1 
She claimed: "I am the best for this job."
- Markeer de persoonsvorm
- Markeer het persoonlijke voornaamwoord. 
- Markeer het aanwijzende voornaamwoord

I wordt she, am wordt was, this wordt that, aanhalingstekens moeten weg. 
- She claimed she was the best for that job. 

Slide 14 - Slide

Zin 7 
My mother asked me: "Where were you yesterday?"

- Markeer de persoonsvorm. 
- Markeer het persoonlijke voornaamwoord. 
- Markeer de tijdsbepaling. 

Slide 15 - Slide

Zin 7 
My mother asked me: "Where were you yesterday?"
- Markeer de persoonsvorm. 
- Markeer het persoonlijke voornaamwoord
- Markeer de tijdsbepaling. 

Were wordt had been, you word I, yesterday wordt the previous day, woordvolgorde wijzigt, aanhalingstekens en vraagtekens moeten weg. 
My mother asked me where I had been the previous day. 

Slide 16 - Slide

Zin 11 
The mother told her son: "Don't be so loud!"

- Dit is een IMPERATIVE. Je hoeft doorgaans niet zo veel te wijzigen. In deze zin alleen: She told him not to be so loud. 

Maar kijk even naar deze: 
"My mother yelled at us: "Clean up your rooms!"  Wat moet hier nog meer wijzigen?  My mother yelled at us to..... 

Slide 17 - Slide

Need more practice? 
- Go to joinmyquiz.com and take the following quiz: 
https://quizizz.com/join?gc=59750882 

You can take the quiz until April 09. 



Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide