Quiz woorden

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 6

Quiz
themawoorden

Wie is een modeontwerper?

1. Iemand die nieuwe mode bedenkt, zoals kleding of schoenen.
2. Iemand die kleding in een winkel verkoopt.
3. Iemand die foto's maakt van modeshows.

Wat is een modegril?

1. Iets dat heel even in de mode is en daarna snel verdwijnt.
2. Een winkel waar je kleding koopt.
3. Een manier om oude kleding weer hip te maken.

Wat betekent "innerlijk"?

1. Hoe je eruitziet aan de buitenkant.
2. Hoe je denkt en voelt aan de binnenkant.
3. De manier waarop je kleding combineert.

Wat betekent "uiterlijk"?

1. De buitenkant van een gebouw.
2. Hoe je eruitziet aan de buitenkant.
3. De stijl van je gedrag.

Wat betekent "heersen"?

1. Veel voorkomen.
2. Ziek worden.
3. Nieuwe kleding ontwerpen.

Wat betekent "insnoeren"?

1. Sierlijke kleding dragen.
2. Mode uit de jaren zestig dragen.
3. Strak aantrekken, zoals een korset met touwtjes.

Wat betekent "overstag gaan"?

1. Een korset dragen.
2. Van mening veranderen.
3. Een modegril volgen.

Wat betekent "de stijl"?

1. De manier waarop iemand zich gedraagt of kleedt.
2. Een kledingstuk uit de jaren zestig.
3. Het versieren van kleding met patronen.

Wat betekent "de jaren zestig"?

1. Kleding die bij oudere mensen past.
2. De nieuwste modetrends.
3. Kleding uit de periode tussen 1960 en 1970.

Wat betekent "zwierig"?

1. Strak en simpel.
2. Een stijl uit de jaren zestig.
3. Sierlijk

Wat betekent "bijbehorend"?

1. Iets wat erbij hoort, zoals een riem bij een broek.
2. Kleding die losjes valt.
3. Mode die vroeger in was.

Wat is een korset?

1. Een modern kledingstuk voor feestjes.
2. Oud, strak dameskledingstuk dat het lichaam in model houdt.
3. Een soort schoenen uit de jaren zestig.