Hoofdstuk 3 - Onderzoek doen

Hoofdstuk 3
Onderzoek doen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Onderzoek doen

Slide 1 - Slide

3.1
1. Je legt uit hoe voedselinfectie en voedselvergiftiging ontstaan
2. Je beschrijft de kenmerken, voortplanting en verspreiding van micro-organismen en virussen
3. Je legt uit hoe je voedselinfectie door micro-organismen en virussen kunt tegengaan

Slide 2 - Slide

Bacteriën
- Vermeerderen door deling (ongeslachtelijke voortplanting)
- Kolonie van klonen
- Kunnen sporen vormen onder ongunstige omstandigheden

Slide 3 - Slide

Schimmel
- Vertering extracellulair
- Bestaan uit lange draden (mycelium)
- Aan uiteinden draden sporen (ongeslachtelijke voortplanting)
- Geslachtelijke voortplanting ook mogelijk

Slide 4 - Slide

Virus
- Stukjes erfelijk materiaal (DNA/RNA) omgeven door eiwitmantel
- Niet alle levenskenmerken, gastheercel nodig om voort te planten

Slide 5 - Slide

3.2
4. Je legt de werking uit van verschillende technieken om voedsel te conserveren
5. Je beschrijft hoe een onderzoek verloopt volgens de regels van de natuurwetenschappelijke methode

Slide 6 - Slide

Voedselconservering

Slide 7 - Slide

Onderzoeksvraag

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hypothese

Slide 10 - Slide

Methode / werkplan

Slide 11 - Slide

Resultaten
- Alleen resultaten beschrijven, nog geen conclusies aan verbinden
- Kies de juiste grafiek om je resultaten te laten zien
- Genummerde onderschriften bij grafiek en foto's, verwijs hiernaar in de tekst

Slide 12 - Slide

Conclusie
  • Antwoord op je onderzoeksvraag
  • Onderbouwen met beschreven resultaten
  • Als het niet in je resultaten staat, mag je het niet bespreken

Slide 13 - Slide

Discussie
  • Was je hypothese juist? Waarom wel of niet
  • Wat ging er mis in de proefopzet?
  • Heb je ideeën voor je vervolgonderzoek?

Slide 14 - Slide

3.3
6. Je beschrijft verschillende manieren van membraantransport
7. Je verklaart de veranderingen bij een plantencel in een omgeving met een afwijkende osmotische waarde
8. Je verklaart de veranderingen bij een dierlijke cel die in een omgeving komt met een afwijkende osmotische waarde
9. Je legt uit hoe osmose de houdbaarheid van voedsel kan verlengen

Slide 15 - Slide

Diffusie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Endocytose
Exocytose

Slide 18 - Slide

Osmose
  • Osmose is diffusie van watermoleculen door een membraan (passief transport)
  • Osmose van lage concentratie opgeloste stoffen/osmotische waarde (hoge concentratie water) naar hoge concentratie opgeloste stoffen/osmotische waarde (lage concentratie water)

Slide 19 - Slide

Osmotische waarde
  • Totale concentratie opgeloste deeltjes in oplossing
  • Hypertonisch: oplossing met hoogste osmotische waarde
  • Hypotonisch: oplossing met laagste osmotische waarde
  • Isotonisch: oplossingen met gelijke osmotische waarde

Slide 20 - Slide

Plantaardige cellen
  • Turgor: inhoud cel drukt celmembraan tegen celwand
  • Grensplasmolyse: celwand raakt spanning kwijt, celmembraan laat nog net niet los
  • Plasmolyse: celmembraan laat los van celwand

Slide 21 - Slide

Dierlijke cellen
  • Geen celwand
  • Celmembraan rekt tot het knapt bij wateropname

Slide 22 - Slide

3.4
10. Je legt uit hoe je met een controle-experiment kunt vaststellen of een onderzoek valide is
11. Je legt het verschil uit tussen experimenteel en beschrijvend onderzoek
12. Je verwerkt de resultaten van een onderzoek tot het juiste type diagram
13. Je legt aan de hand van een voorbeeld uit wat een placebo-effect is en hoe je dat voorkomt

Slide 23 - Slide

Placebo-effect
  • Bij medicijnenonderzoek
  • Positieve werking van nepmedicijn
  • Placebo-groep is de controle
  • Blind onderzoek: patiënten weten niet dat ze placebo krijgen
  • Dubbelblind: artsen weten niet welke patiënten placeno krijgen

Slide 24 - Slide

Experimenteel onderzoek
Er wordt een hypothese getest door een experiment.
Één variabele wordt veranderd en het effect daarvan wordt gemeten.
Conclusie wordt getrokken uit waarnemingen (resultaten)
 Beschrijvend onderzoek
Verzamelt gegevens door bijvoorbeeld foto's en tekeningen of beschrijvingen.
Hieruit probeer je een algemene regel te vinden

Slide 25 - Slide

3.5
14. Je legt het verschil uit tussen klassieke en moderne biotechnologie
15. Je legt uit hoe genetische modificatie werkt en benoemt toepassingsgebieden
16. Je geeft een beargumenteerde mening over de risico’s van genetische modificatie en de ethische dilemma’s

Slide 26 - Slide

Biotechnologie
  • Klassiek: gebruiken van micro-organismen bij voedselbereiding
  • Modern: DNA van ander organisme toevoegen aan een organisme

Slide 27 - Slide

Moderne biotechnologie
  • Door genetische modificatie krijgt organisme nieuwe eigenschappen
  • Gewijzigd DNA heet recombinant-DNA, organisme is transgeen

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link