Chapter 5 lesson 5

Lesson plan
Wednesday 6 May
Hello everybody!!

Refresh your memory
Homework


1 / 16
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesson plan
Wednesday 6 May
Hello everybody!!

Refresh your memory
Homework


Slide 1 - Slide

Lesson Goal
Aan het eind van de les begrijp je:
- het verschil tussen de present simple en de present continuous
- wanneer je de present simple en de present continuous moet gebruiken (tegenwoordige tijd en toekomende tijd)

Slide 2 - Slide

Grammar blz 79 TB

De tegenwoordige tijd (present simple) is met de shit regel. Bij he, she, it komt er een -s achter het werkwoord
I work, she works
De present simple gebruik je bij: feiten, regelmaat of gewoontes

Slide 3 - Slide

Let's refresh your memory

Slide 4 - Slide

Present simple
Klik op de volgende link.
Maak de 12 vragen.

Let op de SHIT regel

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Present continuous
Ook een tegenwoordige tijd maar deze gebruik je als er NU of OP DIT MOMENT iets aan de gang is.
Je maakt deze tijd door het werkwoord to be te gebruiken(I am, you are, he/she/it is, we are, you are, they are +
het werkwoord eindigt op -ing
I am doing my homework now.

Slide 7 - Slide

Present continuous
Je gebruikt de present continuous ook in de toekomende tijd wanneer je iets van plan bent in de toekomst. Of als je een voorspelling doet waar je zeker van weet dat dit uitkomt.
Bijv: I am going to the swimming pool this afternoon. Je bent dus van plan om naar het zwembad te gaan.
Look at those dark clouds, it's going to rain. Aan de donkere luchten weet je zeker dat er een dikke bui uit gaat komen.

Slide 8 - Slide

Present Continuous
Klik op de volgende link. 
Maak de 6 vragen.
Let op: Eerst een vorm van to be (am, are, is) dan komt het werkwoord dat eindigt op -ing

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Will (toekomende tijd)
Will gebruik je om iets aan te bieden : I will help you with your homework. 
Wanneer je een belofte doet: I will promise a big birthday party!
Wanneer je iets aankondigt: Tomorrow it will rain!
Wanneer je een besluit neemt: We will take the 8pm train to Amsterdam.

Slide 11 - Slide

Will
Will + hele werkwoord

I will see him soon.

Slide 12 - Slide

will + not = WON'T

Slide 13 - Slide

Will of won't
Je gebruikt hier de toekomende tijd (Future)
Lees even terug wanneer je deze tijd gebruikt.
Won't is de ontkenning van will
Dus niet will not maar won't 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Homework
Leren:
Stone 9 blz 78 TB
én blz 79 TB (Grammar)

A.s. vrijdag zit ik klaar voor al jullie vragen (zie magister vrijdag 8 Mei)

Slide 16 - Slide