This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wiskunde
Slide 1 - Slide
Vragen over het huiswerk
Slide 2 - Slide
Formules
Woordformule
Formule met letters
Variabelen
Eenheden
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
K = 3 + 1,35a K zijn de kosten in euro's en a het aantal bestelde zakjes. Wat zijn in deze formule de variabelen?
A
euro's en aantal
B
Kosten en euro's
C
Kosten en aantal
D
K en a
Slide 5 - Quiz
H = 30 + 4t H is de hoogte in cm's en t is de tijd in dagen
Wat zijn in deze formule de eenheden?
A
H en t
B
Hoogte en cm's
C
cm's en dagen
D
Tijd en dagen
Slide 6 - Quiz
Inhoud (in liters) = 25000 - 500 x tijd (in minuten) Maak een formule met letters van de woordformule, gebruik de I voor inhoud in liters en de t voor de tijd in minuten. (Geen spaties in je antwoord)
Slide 7 - Open question
Hoogte(in meters) =225 + 1,5 x tijd in seconde Maak een formule met letters van de woordformule, gebruik de H voor hoogte in meters en de t voor de tijd in seconden. (Geen spaties in je antwoord)
Slide 8 - Open question
K = 13 + 0,4t K zijn kosten in euro's en t is tijd in minuten.
Bereken de kosten na 6 minuten
Slide 9 - Open question
W=25t-30 W is winst in euro's, t is gewerkte tijd in uren. Bereken de winst na 6 uur werken