Die Wechselpräpositionen

1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De 7/2 regel
Soms kun je niet vragen waar/waarheen of wanneer en dan gaat bij deze voorzetsels de 7/2 regel in. Dat houdt in dat auf en über altijd een 4e naamval krijgen en de overige 7 voorzetsels een 3e naamval krijgen. 


Slide 2 - Slide

De 7/2 regel
Voorbeeld: 
Ik wacht op mijn vriend.
Ich warte auf mein..... Freund. 
Als je zou zeggen "Ich warte auf meinem (3e naamval) Freund". Dan zit je letterlijk op je vriend en wacht je daar, dus als je wilt zeggen dat je  vriend er nog niet is en dat je dus op hem wacht, dan zeg je dus: "Ich warte auf meinen Freund".  
Op de volgende dia zie je nog een voorbeeld. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Ich gehe morgen nicht in ....... Schule.
A
die
B
der

Slide 6 - Quiz

Das Papier liegt unter ...... Teppich.
A
dem
B
den

Slide 7 - Quiz

Ich legte mich auf ........ Bett.
A
meinem
B
mein

Slide 8 - Quiz

Sie will nur neben ....... Freund schlafen.
A
ihrem
B
ihren

Slide 9 - Quiz

Früher wohnten wir über ....... Bäcker.
A
einem
B
einen

Slide 10 - Quiz

Lege die Kartoffeln in ..... Wasser.
A
dem
B
das

Slide 11 - Quiz

Setz dich mal in ..... Sessel da!
A
dem
B
den

Slide 12 - Quiz

Die Zeitung liegt schon wieder unter .... Tisch.
A
dem
B
den

Slide 13 - Quiz

Ich sitze auf ....... Pferd und warte auf......Freund.
A
dem, dem
B
das, den
C
dem, den
D
das, dem

Slide 14 - Quiz