V2 H4.3: De industriële samenleving

V2 H4.3: De industriele samenleving 
  
Hoofdvraag: Hoe veranderde het leven van mensen door de opkomst van de industrie?
Introductie onderwerp
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

V2 H4.3: De industriele samenleving 
  
Hoofdvraag: Hoe veranderde het leven van mensen door de opkomst van de industrie?
Introductie onderwerp

Slide 1 - Slide

Welkom V2!
Eerst even 4.2 herhalen....

Slide 2 - Slide

Wat past bij industrialisatie?
arbeiders
Steenkool als 
brandstof
Engeland
hout als brandstof

Slide 3 - Drag question

Waar bestond Nederland uit vóór de industrialisatie?
A
Akkerbouw en veeteelt
B
Huisnijverheid en industrie
C
Industrie en veeteelt
D
Huisnijverheid en landbouw

Slide 4 - Quiz

Wanneer is de industrialisatie in Engeland begonnen
A
1760
B
1680
C
1830
D
1860

Slide 5 - Quiz

Wat is waar over de industriële revolutie in Engeland?
A
Er was weinig verzet tegen de komst van de industrie
B
Landelijke gebieden bleven onaangetast
C
De bevolking was nog nooit zo snel gegroeid
D
Steenkool werd alleen gebruikt om huizen te verwarmen

Slide 6 - Quiz

Tussen 1750 en 1850 veranderde Engeland van een .......samenleving in een .....samenleving

Slide 7 - Open question

Laatse vraag= Niet landbouw maar industrie was het nieuwe ...... van bestaan

Slide 8 - Open question

4.3 De industriele samenleving hoofdvraag:
hoe veranderde het leven van mensen door de opkomst van de industrie?

Slide 9 - Slide

Landbouw:

agrarische revolutie

Mijnbouw;

explosie gevaar


Agrarische revolutie
De mijnen

Slide 10 - Slide

hoe was het voor een fabrieksbaas in 1800?

Slide 11 - Slide

-  goed
- veel geld
- zorgen goed voor zich zelf
- mensen in dienst
Het leven van de fabrieksbazen

Slide 12 - Slide

Woningen voor arbeiders
  • De woonomstandigheden van de arbeiders waren beroerd.
    De kwaliteit van de huizen was slecht: regelmatig woonden mensen in een gebouw dat nooit als huis was bedoeld. 

Leven in de arbeidersbuurten

Slide 13 - Slide

Videofragment Daens
Opdracht:
Hierop moet je letten tijdens de video:

1. In welke omstandigheden leefde men?
2. Speelt geloof een belangrijke rol in het leven?

- Schrijf de antwoorden in jouw aantekeningenschrift. (of in jouw aantekeningen document)




Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Hoe waren de leefomstandigheden?

Slide 16 - Mind map

Leefomstandigheden



  • Kleine en slechte woningen
  • Veel gezinsleden
  • Slecht voedsel
  • Slechte hygiëne zorgt voor ziektes als cholera en TBC

Slide 17 - Slide

Leefomstandigheden



  • Hoge kindersterfte (arbeidersvrouwen gaven geen borstvoeding).
  • Slechte hygiëne zorgt voor ziektes als cholera en TBC.

  • Drankmisbruik

Slide 18 - Slide

Aan de slag! 
- Maak opdr 3, 4, 5, 6, 9abcd van par 4.3
- Lees par 4.3 in stukjes (per kopje) en vat in eigen woorden
samen.

- Bekijk de ontdekkingsplaat en lees de bijbehorende bron (blz. 85 van je leerboek)

Slide 19 - Slide

EXAMENVRAAG: 
Vanaf 1870 kwamen er in Nederland steeds meer fabrieken. In deze fabrieken gingen veel kinderen werken.
Geef één argument van een voorstander en één argument van een tegenstander van kinderarbeid in fabrieken.
Doe het zo:
voorstander: ... (geef één argument) 
tegenstander: ... (geef één argument)
Tegenstanders
Het werk in fabrieken is ongezond/riskant/vermoeiend voor kinderen. Kinderarbeid zou niet nodig moeten zijn om het inkomen van volwassenen aan te vullen. Kinderen hebben recht op onderwijs. De werktijden zijn te lang.
Voorstanders
Kinderen zijn goedkope arbeidskrachten. Kinderen kunnen het geringe gezinsinkomen aanvullen / het gezin lijdt minder armoede. Kinderen kunnen het fijne handwerk verrichten dat door volwassenen niet gedaan kan worden. Het is gezond om op jonge leeftijd lichamelijke arbeid te verrichten.
kinderarbeid

Slide 20 - Slide

Vind je het nog lastig?
Kijk onderstaande filmpjes.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

huiswerk:

- Maak een samenvatting van 4.3, lever deze samenvatting in via classroom of (als je in een schrift werkt) maak een foto van jouw samenvatting en lever deze in.

Maak de opdrachten van 4.3 (Memo) : opdracht  3, 4, 5, 6, 9abcd

Succes!!

Slide 24 - Slide