2.3 Organen voor vertering

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

2.3 Organen voor vertering

Deze les

• Herhalen vorige les: 2.2 Het verteringsstelsel
• Uitleg: 2.3 De organen voor vertering
• Theorie: uitwerkblad (5 min), Duplo?
  
• Afsluiting
  

Wat betekent verteren?

1. het afbreken van grote voedingsstoffen in kleinere stoffen
2. Het opbouwen tot grote voedingsstoffen
3. het toevoegen van verteringssappen

Wat zijn mechanische vertering en chemische vertering?

1. Mechanisch: met enzymen Chemisch: door kauwen
2. Mechanisch: door kauwen Chemisch: met enzymen
3. Mechanisch: door kauwen Chemisch: door kauwen
4. Mechanisch: met enzymen Chemisch: met enzymen

Welke voedingsstoffen moet je verteren?

1. Koolhydraten
2. Vetten
3. Eiwitten
4. alle drie de antwoorden zijn juist

Welke voedingsstoffen hoef je niet te verteren?

1. Water
2. Mineralen
3. Vitaminen
4. alle drie de antwoorden zijn juist

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

- kan je in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel benoemen

- kan je de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen

Opdracht: word expert over een verteringsorgaan!

Jullie gaan in groepjes van 4 werken (word door mij ingedeeld)

Jullie worden experts over een verteringsorgaan (krijg je van mij)

Wat doet dit orgaan voor de vertering?
Bevat dit orgaan enzymen? Zo ja, welke?
Welke voedingsstoffen worden er afgebroken door dit orgaan?

Afsluiting

In de endeldarm worden onverteerde voedingsresten tijdelijk opgeslagen

1. Juist
2. Onjuist

De maagsapklieren

De lever

De speekselklieren

De darmsapklieren

De alvleesklier