Beleggen = je koopt iets waarvan je verwacht dat de waarde zal stijgen.
Bijvoorbeeld beleggen in: aandelen, obligaties, goud of gebouwen.
Rendement = wat je met beleggen verdient.
kán hoger zijn dan de rente op een spaarrekening, maar ook lager.
Obligatie = lening aan een bedrijf of aan de overheid tegen een vaste rente.