5.3 + 5.4

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.3 + 5.4
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.3 + 5.4
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 213.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je de persoonsvorm vinden in een zin
- kun je het bouwplan van een zin maken en de zinsdelen wwg, ond, lv benoemen
- kun je de werkwoordsvormen herkennen en benoemen


Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 7 op blz. 213 t/m 216.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Een basiszin heeft altijd een
A
lijdend voorwerp
B
onderwerp en lijdend voorwerp
C
persoonsvorm en onderwerp
D
onderwerp en bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Quiz

Noteer het WWG, OND + LV:
De politie hield de automobilist aan.

Slide 7 - Open question

Noteer het WWG+OND+LV:
De dokter onderzoekt de patiënt

Slide 8 - Open question

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 t/m 7 op blz. 213 t/m 216.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

4. Instructie

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Noteer het WWG, het OND, het LV uit de zin:
De tweedeklassers bereiden het proefwerk voor.

Slide 12 - Open question

Noteer het WWG, het OND, het LV uit de zin:
Maken de leerlingen hun werkstuk af?

Slide 13 - Open question

een basiszin. 
Een basiszin is altijd maar heel KORT.
Een basiszin bestaat uit 2 zinsdelen: 
WIE/WAT en WAT GEBEURT ER. 
(wie/wat = onderwerp   -   Wat gebeurt er = wwg)
voorbeeld:
wie - wat gebeurt er
Jan loopt. 

Slide 14 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 7 op 
blz. 213 t/m 216. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1 + 4.

Slide 15 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 5.3/5.4, blz. 213 t/m 216, opdr. 1 t/m 7 --> Niemand
B: les 5.3/5.4, blz. 213 t/m 216, opdr. 1 t/m 7 --> namen lln
I: les 5.3/5.4, blz. 213 t/m 216, opdr. 1 t/m 7 --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 16 - Slide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 17 - Slide

Noteer het WWG+OND+LV:
De juf geeft het huiswerk op.

Slide 18 - Open question

Ik kan het LV in een zin vinden
0100

Slide 19 - Poll

Ik weet hoe ik een basiszin moet maken.
0100

Slide 20 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
5.3 + 5.4 opdracht 1 t/m 7

Toetsen: 
...
...

Slide 21 - Slide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 22 - Slide