klas 2, week 7, les 1

onderdeel:   havomapje + afronden taalverzorging H4

huiswerk:     dinsdag 16 februari        - havomapje bijv.bep opdr. 1 + 3

                       woensdag 17 februari    - havomapje bijv.bep opdr. 4

                       donderdag 18 februari - geen Nederlands
                                                           


deze week
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

onderdeel:   havomapje + afronden taalverzorging H4

huiswerk:     dinsdag 16 februari        - havomapje bijv.bep opdr. 1 + 3

                       woensdag 17 februari    - havomapje bijv.bep opdr. 4

                       donderdag 18 februari - geen Nederlands
                                                           


deze week

Slide 1 - Slide

deze les
1. huiswerk bespreken/nakijken
2. instructie havomapje: bijvoeglijke bepaling
3. zelfstandig werken

Let op: je blijft online tot ik het aangeef.


Slide 2 - Slide

opdracht 2
1 Elke maand vertelt een schrijver in de bibliotheek over zijn boeken. - pv
2 In de pauze heeft Elmer ons alles verteld over zijn reis naar de VS. - vd
3 De samenleving verhardt volgens veel mensen. - pv
4 De gemeente heeft vorig jaar dit fietspad verhard. - vd
5 Dit bedrijf verscheept containers met auto’s. - pv
6 Vanuit China worden veel smartphones verscheept naar Europa. - vd


Slide 3 - Slide

opdracht 3, zin 1
A
besteed
B
besteedt

Slide 4 - Quiz

opdracht 3, zin 2
A
vertaald
B
vertaalt

Slide 5 - Quiz

opdracht 3, zin 3
A
vergisd
B
vergist

Slide 6 - Quiz

opdracht 3, zin 4
A
besteld
B
bestelt

Slide 7 - Quiz

opdracht 3, zin 5
A
ontworteld
B
ontwortelt

Slide 8 - Quiz

opdracht 3, zin 6
A
beantwoord
B
beantwoordt

Slide 9 - Quiz

vragen
Welke vragen heb je?

Slide 10 - Slide

havomapje: bijvoeglijke bepaling
Met hun neus / wroeten / de varkens / in de grond.

Slide 11 - Slide

havomapje: bijvoeglijke bepaling
Met hun neus / wroeten / de varkens / in de grond.

Met hun ronde neus / wroeten / de roze varkens van de boerderij / in de modderige grond.

Slide 12 - Slide

havomapje: bijvoeglijke bepaling
Met hun neus / wroeten / de varkens / in de grond.

Met hun ronde neus wroeten / de roze varkens van de boerderij / in de modderige grond.

Slide 13 - Slide

havomapje: bijvoeglijke bepaling
Met hun ronde neus wroeten / de roze varkens van de boerderij / in de modderige grond.

De woorden binnen een zinsdeel die iets extra's zeggen over de kern zijn een bijvoeglijke bepaling. De kern moet dan een zelfstandig naamwoord zijn.

Slide 14 - Slide

havomapje: bijvoeglijke bepaling
Met hun ronde neus wroeten / de roze varkens van de boerderij / in de modderige grond.

bijv.bep = ronde - neus
bijv.bep = roze - varkens
bijv.bep = van de boerderij - varkens
bijv.bep = modderige - grond

Slide 15 - Slide

havomapje: bijvoeglijke bepaling
Met hun ronde neus wroeten / de roze varkens van de boerderij / in de modderige grond.

Lidwoorden (de, het, een), voornaamwoorden (deze, mijn, enz.), telwoorden (drie, veel, enz) en voorzetsels (in, met, tot, enz.) voor de kern zijn geen bijvoeglijke bepaling!

Slide 16 - Slide

havomapje: bijvoeglijke bepaling
Met hun ronde neus wroeten / de roze varkens van de boerderij / in de modderige grond.

1. Zet zinsdeelstrepen.
2. Zoek binnen elk zinsdeel de kern. Je mag NOOIT twee zinsdelen combineren!
3. Controleer de woordsoort van de kern. Alleen bij een zelfstandig naamwoord hoort een bijvoeglijke bepaling.
4. De woorden die extra informatie over de kern (zn) geven, zijn de bijvoeglijke bepalingen.

Slide 17 - Slide

opdracht 1
1. Wil jij ook graag de allernieuwste smartphone?

Zet zinsdeelstrepen.

Slide 18 - Slide

opdracht 1
1. Wil / jij / ook / graag / de allernieuwste smartphone?

Markeer de kernen die een zelfstandig naamwoord zijn. 

Slide 19 - Slide

opdracht 1
1. Wil / jij / ook / graag / de allernieuwste smartphone?

Noteer de bijvoeglijke bepaling(en) bij de kern(en).

Slide 20 - Slide

opdracht 1
1. Wil / jij / ook / graag / de allernieuwste smartphone?

bijv.bep = allernieuwste - smartphone

Slide 21 - Slide

opdracht 1
2. Een hippe telefoon speelt voor veel kinderen een belangrijke rol.

Zet zinsdeelstrepen.

Slide 22 - Slide

opdracht 1
2. Een hippe telefoon / speelt / voor veel kinderen / een belangrijke rol.

Markeer de kernen die een zelfstandig naamwoord zijn. 

Slide 23 - Slide

opdracht 1
2. Een hippe telefoon / speelt / voor veel kinderen / een belangrijke rol.

Noteer de bijvoeglijke bepaling(en) bij de kern(en).

Slide 24 - Slide

opdracht 1
2. Een hippe telefoon / speelt / voor veel kinderen / een belangrijke rol.

bijv.bep = hippe - telefoon
bijv.bep = belangrijke - rol

Slide 25 - Slide

opdracht 1
3. Sommige leerlingen van 12 zijn al verslaafd aan hun mobiele telefoon.

Noteer de bijvoeglijke bepaling(en) bij de kern(en).

Klaar? Ga vast verder met je huiswerk (opdr. 1 + 3) of kijk taalverzorging spelling verder na (SOMtoday).

Slide 26 - Slide

opdracht 1
3. Sommige leerlingen van 12 / zijn / al / verslaafd / aan hun mobiele telefoon.

bijv.bep = van 12 - leerlingen
bijv.bep = mobiele - telefoon

Slide 27 - Slide

rest van de les
- huiswerk maken (havo: opdr. 1 + 3)
- nakijken
- lezen
- extra oefenen (online + boek)
- vragen stellen

Je blijft online tot ik het aangeef.

Slide 28 - Slide