Hoofdstuk 3 - Lichaam en geest: dualisme

• Filosofie
• Secundair onderwijs

Hoofdstuk 3 - Lichaam en geest: dualisme

Onderwerp van de les

• Wat zegt dit verhaal over de verhouding tussen fysieke en mentale gezondheid
• Wat weet je nog over dualisme?
• Zou je de 'twisties' kunnen beschouwen als een argument voor of tegen het dualisme? 

Lesdoelen

• Ik leg uit waarom Descartes een dualist en interactionist is.
• Ik argumenteer voor of tegen de stelling dat we in een simulatie leven.
• Ik denk na over de vraag wat bewustzijn is.
• Ik leg uit hoe Chalmers'zombie-argument het dualisme ondersteunt.

Dualisme

• Dualisme = filosofische strekking die lichaam en geest los van elkaar, als twee afzonderlijke en fundamenteel verschillende zaken zit.
• 2 substanties: geest (ziel) en lichaam (materie)
• Plato en René Descartes

Dualisme en Descartes

• Res extensa = lichaam, is materieel en uitgestrekt
• Res cogitans = het denkende ding zelf (geest), niet fysiek of materieel
• Lichaam functioneert volgens de wetten van de mechanica        geest

≠

Interactionisme

• Descartes: dualist en interactionist
• Interactionisme = lichaam en geest afzonderlijke entiteiten, maar er is een verband tussen de twee
• pijnappelklier = locatie van geest en waar geest lichaam aanstuurt volgens de wetten van de fysica.

Leven we in een simulatie?

Argument voor of argument tegen: we leven in een simulatie

Stof tot nadenken: wat is bewustzijn?

• Is bewustzijn uitsluitend een product van hersenactiviteit?
  

● Bestaat bewustzijn zonder hersenen?

● Hoe kunnen we vaststellen of andere wezens bewustzijn hebben?

Chalmers, het bewustzijn en het zombie-argument

• David Chalmers: dualist
•  naturalistisch dualisme  = mentale toestanden wel verbonden met fysiologische processen (oorzaken en causale verbanden) zoals werking hart.

MAAR bewustzijn is van een andere orde, fysische processen kunnen innerlijke ervaring niet verklaren

• bewustzijn maakt wel deel uit van natuurlijke wereld
• Zombie-argument

Opdrachten

Oef 1 pp 58

Oef pp 59-60 (zombie-argument)

Wat onthoud ik van deze les?