gedicht brugklas

kenmerken van gedichten
je herkent een gedicht meteen aan de vorm:

*sommige woorden hebben meerdere betekenissen
*woorden worden herhaald
* soms moet je aan het eind van de versregel doorlezen
* het gedicht bestaat uit strofen

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

kenmerken van gedichten
je herkent een gedicht meteen aan de vorm:

*sommige woorden hebben meerdere betekenissen
*woorden worden herhaald
* soms moet je aan het eind van de versregel doorlezen
* het gedicht bestaat uit strofen

Slide 1 - Slide



Je hebt vaak weinig tijd nodig om een gedicht te lezen, maar meer tijd om het te begrijpen...

Slide 2 - Slide

Aardrijkskunde
zij had een onvoldoende 
voor aardrijkskunde 
die laatste dag
maar wist een week laten 
precies waar Treblinka lag

héél even maar

Ida Vos

Slide 3 - Slide

Waar gaat dit gedicht over?

Slide 4 - Slide

figuurlijk taalgebruik
In een gedicht wordt vaak gebruik gemaakt van figuurlijk taalgebruik.
Wat was dat ook al weer?
Weet je een voorbeeld?

Slide 5 - Slide

Verschil letterlijk en figuurlijk taalgebruik:
Letterlijk: er staat precies wat er bedoeld wordt.
Maartje draagt een prachtige gouden ring.
Figuurlijk: Er wordt iets anders bedoeld dan er staat. 
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
of:
Die leerling uit 1B heeft een schop onder zijn kont  nodig.

Slide 6 - Slide

Een gedicht bestaat uit versregels
Zo'n groepje versregels noem je een strofe.
Je kunt dit vergelijken met een couplet uit een liedje of een alinea in een tekst.

Slide 7 - Slide

opdr 3 en 4 blz 144 nakijken

Slide 8 - Slide

Rijm
Wat weet je al?

Slide 9 - Slide

Sinterklaas gedicht
Sinterklaas heeft lang lopen denken.....

Wat zou je invullen?


Slide 10 - Slide

saaaaaaaaaai!!!!!

Slide 11 - Slide

rijm is een herhaling van klank
denken-schenken
kinderen-hinderen

Slide 12 - Slide

opvallendste rijm is:
eindrijm
rijm aan het eind van een versregel
Oh, wat viel die vakantie tegen
Er viel elke dag urenlang regen

Slide 13 - Slide

rijmschema
Des morgens sta ik op (a)
des avonds weer naar bed (b)
mijn wekker heb ik dan (c)
op zeven uur gezet (b)

Slide 14 - Slide

rijmschema
mijn leven was een en al drama's (a)
dus reisde ik naar de Bahama's (a)
Ik keek om me heen (b)
d'ellende verdween (b)
zo heilzaam zijn palmpanorama's (a)

Slide 15 - Slide

Rijmschema
gepaard rijm
gekruist rijm
omarmend rijm
gebroken rijm

Slide 16 - Slide

Pak boek B
Lees blz 15
belangrijke termen:
eindrijm
rijmschema
beginrijm of alliteratie

Slide 17 - Slide

maak....
opdr 2, 3, 4 en 5
voor as woensdag

Slide 18 - Slide