Werkwoorden op -er

Bienvenue!

Vendredi, 19 mars
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue!

Vendredi, 19 mars

Slide 1 - Slide

Le planning
  • Korte terugblik 
  • Uitleg van de uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -er 
  • Oefening op het bord
  • Oefening in je boek
Het leerdoel van vandaag
  • Na de les van vandaag kennen jullie de uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -er uit jullie hoofd  

Slide 2 - Slide

Quelle heure est-il?

Slide 3 - Slide

Stap voor stap de regelmatige werkwoorden op -er vervoegen
Stap 1: Haal de -er op het einde van het woord van het woord af. Zo maak je de stam.
Stap 2: Kijk naar welk woord aan het werkwoord is gekoppeld: Is dat je, tu, il, elle, on, vous, nous, ils of elles?
Stap 3: Ga naar het rijtje met de uitgangen. Welke uitgang heb je nodig om het werkwoord te koppelen aan het onderwerp?
Stap 4: Plak de juiste uitgang achter de stam. C'est tout!

Slide 4 - Slide

Les verbes en -er 
parler
Je              -> e
Tu              -> es
Il/elle/on -> e
Nous        -> ons
Vous         -> ez
Ils/elles   -> ent
Parler - er
= parl
Je parle
Tu parles
Il/elle/on parle
Nous parlons
Vous parlez
Ils/elles parlent

Slide 5 - Slide

Vul in! Gebruik de werkwoorden:
1. Je ..... une orange.
2. Nous ..... une chanson française.
3. Elles ..... par la fenêtre.
4. Vous ..... à Paris.
5. Il ..... sa mère. 
Habiter, aimer, manger, regarder, chanter

Slide 6 - Slide

1. Je mange une orange.
2. Nous chantons une chanson française.
3. Elles regardent par la fenêtre.
4. Vous habitez à Paris. 
5. Il aime sa mère.
De antwoorden

Slide 7 - Slide

Au travail!
  • Maak opdracht 8B, 8C en 8D op blz. 85 en 86
  • Vragen? Handje opsteken!
  • Jullie krijgen hier 25 minuten voor
  • De opdrachten spreken we na de 25 minuten na
  • Klaar? Maak de extra opdracht 8E, la révision

Slide 8 - Slide

Antwoorden van de opdrachten
Opdracht 8B
1. Je regarde
2. On termine
3. Nous adorons
4. Romain prépare
5. Elles habitent
6. Tu travailles

Opdracht 8C
1. Nous aimons
2. Je joue
3. Vous terminez
4. Tu habites/Habites-tu
5. Louis et Hugo mangent
6. On regarde/Nous regardons

Slide 9 - Slide

Welke werkwoorden
op -er ken je nu?

Slide 10 - Mind map

Merci de votre attention et
 à la semaine prochaine!

Slide 11 - Slide