§8.4 - Je bloedsomloop

Welkom
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les over wat is de bloedsomloop.
- Vooruitblik 
Leerdoelen
Je kunt:
- drie soorten bloedvaten met hun kenmerken benoemen. 
- beschrijven langs welke route het bloed door je lichaam stroomt.

Huiswerk
Mk. §8.4

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les over wat is de bloedsomloop.
- Vooruitblik 
Leerdoelen
Je kunt:
- drie soorten bloedvaten met hun kenmerken benoemen. 
- beschrijven langs welke route het bloed door je lichaam stroomt.

Huiswerk
Mk. §8.4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ik heb §8.3 gelezen en gemaakt.
A
Alles gelezen en gemaakt.
B
Wel begonnen, maar niet afgemaakt.
C
Alles gelezen, gemaakt en kritisch nagekeken (andere kleur, tips opgeschreven).
D
Nee.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

ALLES WAT BLAUW = ZUURSTOFARM

Het bloed komt net terug van een hele reis door het lichaam en heeft zuurstof opgegeven aan de lichaamscellen(zuurstofarm). Hij gaat nu naar de longen om weer zuurstof op te halen.
ALLES WAT ROOD = ZUURSTOFRIJK

Het bloed komt net terug van een reisje naar de longen, daar heeft  hij zuurstof opgenomen (en koolstofdioxide uitgegeven) van de longen. Dit gebeurde in de kleine bloedsomloop.

Slide 3 - Slide

Uitleg aan de hand van de afbeeldingen op blz. 51 tekstboek.
0

Slide 4 - Video

This item has no instructions

3 soorten bloedvaten
Slagaders: aanvoerende vaten. (spieren in de wand)

Aders: afvoerende vaten. (kleppen, druk slagaders en skeletspieren).

Haarvaten: uitwisseling weefsel en bloed

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

3 type bloedvaten
1. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart naar de slagaders.

2. Vanuit de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten. Daar wordt zuurstof afgegeven aan cellen van organen en spieren.

3. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed naar de aders. Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slagader                       vs.
Ader
Voert het bloed weg van het hart
Voert het bloed naar het hart toe
Hebben een hogere bloeddruk
Hebben een lagere bloeddruk
Hebben meestal kleppen
Hebben geen kleppen

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Slagader vs Aders
Slagader:
- Voert het bloed weg van het hart
- Lichaamsslagaders bevatten zuurstofrijk bloed
- Hebben een hogere bloeddruk
- Hebben een actieve spierwand
- Hebben geen kleppen
- Het bloed loopt er snel en stootsgewijs doorheen
- Hebben een voelbaar hartritme
Aders:
- Voert het bloed naar het hart
- Lichaamsaders bevatten zuurstofarm bloed
- Hebben een lagere bloeddruk
- Hebben geen gladde spieren in de wand
- De meeste hebben een terugslagklep
- Het bloed stroomt traag
- Hebben geen voelbaar hartritme

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop =
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop =
Hart - hele lichaam - hart
longen 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Kleine bloedsomloop
= longen

Alleen de longen 

  • Van rechterkamer naar de longen 
  • Van longen naar de linkerboezem

Longslagader 
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide 
Longader
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Grote bloedsomloop
= lichaam

Het hele lichaam, behalve de longen 

  • Van linkerkamer naar het lichaam 
  • Van lichaam naar de rechterboezem 

Slagaders
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide 
Aders
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De kleine en grote bloedsomloop vervoeren o.a.
zuurstof en koolstofdioxide.
Welke uitspraak is waar?
A
Kleine bloedsomloop vooral zuurstofrijkbloed
B
Grote bloedsomloop vooral zuurstofarmbloed
C
Kleine & grote bloedsomloop zowel zuurstofrijk als -arm
D
Overal zit evenveel zuurstof in het bloed

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Naamgeving van aders en slagaders
(naam orgaan)+ ader
of
(naam orgaan) + slagader
er zijn

Let op de uitzonderingen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Stel hier vragen over §8.3 en §8.4 als je die nog hebt.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Ik heb behoefte aan extra uitleg met de docent omdat ik nog vragen heb.
A
Ja, ik kom naar een KWT-uur
B
Ja, maar ik ga eerst zelf §8.3 bestuderen en maken.
C
Nee

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Vooruitblik
Huiswerk
Mk. §8.4

Slide 21 - Slide

This item has no instructions