This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Startopdracht
Maak de startopdracht die
is uitgedeeld
timer
7:00
Slide 1 - Slide
Planning
Startopdracht
Diagnostische toets
Tussendoor gezamenlijk oefenvragen
30 seconds met begrippen
Samen afsluiten
Slide 2 - Slide
Diagnostische toets
Maak de diagnostische toets
> doelstelling 1 t/m 9
> vanaf pagina 95 in je tekstboek
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Diagnostische toets
Maak de diagnostische toets
> doelstelling 1 t/m 9
> vanaf pagina 95 in je tekstboek
timer
5:00
Slide 4 - Slide
vragenronde
Pak je wisbord of pak een leeg vel papier zodat je de antwoorden kunt opschrijven.
Slide 5 - Slide
Regen is een abiotische factor.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Afvaleters behoren tot de reducenten.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Bij een biologisch evenwicht verandert het aantal organismen in een populatie niet.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Een paardenbloem behoort tot de consumenten.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
De hermelijn in de afbeelding is een zoolganger.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Berberapen leven in groepen in Noord-Afrika, op 1000 meter hoogte waar het in de winter zeer koud is. In de winter krijgen berberapen een dikkere vacht. Dit is een aanpassing aan de lagere temperatuur. Is deze aanpassing een gevolg van een abiotische factor, van een biotische factor of van beide?
A
Alleen van een abiotische factor.
B
Alleen van een biotische factor.
C
Zowel van een abiotische factor als van een biotische factor.
Slide 11 - Quiz
Welke van de volgende groepen organismen is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle insecten in een bos.
B
Een paard met een veulen in een weiland.
C
De begroeiing met planten op een heideveld.
D
Alle madeliefjes in een weiland.
Slide 12 - Quiz
Hiernaast zijn voedselrelaties tussen een aantal organismen in zee weergegeven.
Hoeveel voedselketens zijn in de afbeelding weergegeven?
A
4
B
5
C
3
D
2
Slide 13 - Quiz
De impala (diersoort) leeft in Afrika. Impala’s leven in groepen. Ze eten planten zoals bladeren van acacia’s en gras. Ze moeten voortdurend opletten omdat ze een prooi zijn voor bijvoorbeeld leeuwen en luipaarden. Schrijf een voedselketen op met drie organismen die in de tekst worden genoemd.
Slide 14 - Open question
Diagnostische toets
Maak de diagnostische toets
> doelstelling 1 t/m 9
> vanaf pagina 95 in je tekstboek
Klaar: bedenk alvast 10X een 30 seconden vraag
(begrippen uit het kennisoverzicht)
timer
10:00
Slide 15 - Slide
30 seconds
In tweetallen:
Leerling 1 kiest een begrip uit het kennisoverzicht en legt deze uit aan leerling 2, hierbij mag het begrip niet worden genoemd
Leerling 2 probeert het begrip te raden
timer
15:00
Slide 16 - Slide
Proefwerk
Leer basisstof 1 t/m 6 van thema 6
Gebruik je kennisoverzicht
Bekijk nog eens de LessonUp's
Bekijk nog eens de opdrachten
In magsiter bij de dag van de toets staan alle linkjes die je nodig hebt