This lesson contains 19 slides, with text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
3.2 Warmtetransport door de wind
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Waarom zijn er variaties op het globale windsysteem?
Wat zijn de kenmerken van de klimaten volgens het köppensysteem en hoe kun je ze verklaren?
Wat is de invloed van zeestromen op het klimaat?
Slide 2 - Slide
Verdeling warmte
Grote verschillen tussen instraling.
Verdeling warmte door wind en zeestromen.
Slide 3 - Slide
Wat is het globale windsysteem?
Wat is wind?
Hoe ontstaat wind?
Slide 4 - Slide
Hoge- en Lagedrukgebieden
Wind ontstaat doordat er een verschil in hoeveelheden lucht aanwezig is op bepaalde gebieden.
Buys Ballot is hierbij belangrijk!
Hoge luchtdruk (teveel aan lucht) gaat naar lage luchtdruk (te weinig aan lucht).
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wind
Luchtstroom langs aardoppervlak.
Gaat harder als de isobaren dicht bij elkaar liggen.
polen (hoge druk) -> evenaar (lage druk)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Corioliseffect
NH: rechts
ZH: links
Slide 10 - Slide
Atmosferische circulatie
Wet van Buijs Ballot:
lucht stroom van hoge druk naar lage druk
De wind heeft een afbuiging door het corioliseffect
NH -> rechts, ZH -> links
(Deze beide regels zijn de wet van Buys Ballot!)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Windsystemen
Lage luchtdruk op de evenaar. Vervolgens wisselend naar de polen zie afbeelding hiernaast. Minimum = lageluchtdruk
Maximum = hogeluchtdruk
Op de polen eindigt het met een hogeluchtdruk.
Slide 13 - Slide
Passaten en moessons
Passaat: wind tussen 30 graden en evenaar (van hogedruk (30 graden NB/ZB naar lagedruk evenaar).
Moesson: omgebogen passaat
Slide 14 - Slide
Moesson
Rode lijn is de ITCZ. Dit is een lageluchdruk gebied dat de instraling van de zon volgt. Meer zonne energie = meer warmte = opstijgende lucht = lageluchtdruk.